Mensen leven korter op de eilanden
In de periode 1980-2014 was de levensverwachting op Aruba en Curaçao ongunstiger dan in Nederland. Ook was dit verschil groter dan de verschillen tussen andere Caribische eilanden en hun voormalige kolonisators. De doodsoorzaken kwamen op de eilanden overeen. Vooral veel hart- en vaatziekten en uitwendige oorzaken zoals moord en verkeersongelukken veroorzaakten veel sterfte in het Caribisch gebied.
Dit wijst recent onderzoek van Soraya P.A. Verstraeten, J.A.M. van Oers en Johan P. Mackenbach uit. Zij analyseerden de sterftecijfers en doodsoorzaakgegevens van vier westerse landen en hun voormalige koloniën in het Caribisch gebied tussen 1980 en 2014.
In Nederland keken zij naar de cijfers van Aruba en Curaçao, in Frankrijk naar Guadeloupe en Martinique, Puerto Rico en de Maagdeneilanden voor Amerika, en de kleine Britse eilanden voor het Verenigd Koninkrijk.
Politiek status
De levensverwachting was in Nederland hoger dan op de twee grootste eilanden binnen het Koninkrijk. Er werd vaak gedacht dat dit door de regionale ligging kwam, maar dit onderzoek wijst uit dat er meer aan de hand is.
“Een vergelijking binnen de Caribische regio laat echter zien dat de levensverwachting sterk gerelateerd is aan politieke status: de langste levensduur wordt waargenomen op eilanden die politiek nog steeds nauw verbonden zijn aan hun voormalige kolonisator”, concluderen de onderzoekers.
Volgens de resultaten is het waarschijnlijk dat autonomie betekent dat de eilanden minder beschikbare middelen hebben om de oversterfte tegen te gaan.
Vergelijkbaar
Daarnaast toont het onderzoek dat de doodsoorzaken vergelijkbaar waren tussen de eilanden. Het gaat hier vooral om hart- en vaatziekten en uitwendige oorzaken zoals moord en verkeersongelukken. “Dit weerspiegelt mogelijk regiospecifieke factoren, zoals een hoge prevalentie van obesitas en gerelateerde chronische aandoeningen en een sterke aanwezigheid van de internationale drugs- en wapenhandel”, stellen de onderzoekers.
Maar ook hier lijken de Nederlands- Antilliaanse eilanden aan het kortste eind te trekken. Curaçao en Aruba waren de enige eilanden waar de cijfers van hart- en vaatziekten niet aanzienlijk verbeterden. Op de andere eilanden liepen die cijfers grotendeels parallel aan die van hun Westerse bestuurders.
De verschillen in uitwendige doodsoorzaken tussen het Westen en het Caribisch gebied nam toe tussen 1980 en 2014. Maar die verschillen bleken het grootst voor de Koninkrijkseilanden. Curaçao en de Amerikaanse Maagdeneilanden hadden vooral te maken met een sterke toename van het aantal moorden. Op Aruba en de andere onderzochte eilanden ging het vooral om verkeersongevallen, maar ook op Curaçao bleek dit een belangrijke bijkomende oorzaak.
Samenwerking
Volgens onderzoekster Soraya Verstraeten toont het onderzoek aan hoe belangrijk samenwerking binnen de zorg is. Dit blijkt ook het geval tijdens de huidige coronacrisis. “De samenwerking tussen Nederland en de Caribische delen werd vrijwel direct opgezet tijdens een pandemie, maar die samenwerking is ook nodig voor het verbeteren van andere gezondheidsproblemen”, stelt Verstraeten.
“Blijkbaar kunnen we het toch beter doen. In Nederland namen de sterftecijfers vanwege hart- en vaatziekten af, dus we weten hoe we het op de eilanden kunnen aanpakken.”.
Zeker met het oog op de toekomst met een Caribische hervormingsentiteit COHO zijn de bevindingen van het onderzoek belangrijk, vindt Verstraeten.
“Het toont de maakbaarheid in de zorg. Er is op de eilanden veel op de zorg bezuinigd, maar er zijn nu juist investeringen nodig om de verschillen met Nederland gelijk te trekken.” Zo zou er geïnvesteerd moeten worden in ziektebeleid, verkeersveiligheid en wapenhandel.
“Maar het is niet alleen kommer en kwel”, zegt Verstraeten. “Op de eilanden leven mensen misschien korter dan in Nederland, maar als je naar andere gezondheidsfactoren kijkt is het leven daar juist beter. Er zijn bijvoorbeeld minder depressies dan in Nederland. Ondanks dat het leven korter en ongezonder is, zijn de mensen kennelijk vrolijker.”