VVD wil inreizen Caribische inwoners weer beperken
DEN HAAG – De VVD heeft haar concept-verkiezingsprogramma ‘Ruimte geven. Grenzen stellen.’ onthuld, met een voorstel om de toestroom van Caribische mensen met een Nedelrands paspoort in te dammen. De focus van het verkiezingsprogramma ligt op een strenger migratiebeleid, veiligheid, en duurzame groei.
Ten aanzien van Koninkrijksrelaties streeft de partij naar verbeteringen in het bestuur en de overheidsfinanciën op Aruba, Curaçao, en Sint-Maarten, en het versterken van de economie op Bonaire, Sint-Eustatius, en Saba.
De partij heeft haar programma gepresenteerd op haar officiële website en heeft eerder al aangekondigd dat demissionair minister van Justitie en Veiligheid, Dilan Yesilgözi, de lijsttrekker zal zijn voor de Tweede Kamerverkiezingen op 22 november. Het definitieve verkiezingsprogramma zal worden vastgesteld door de leden tijdens het VVD-verkiezingscongres op 23 september.
Versterking
De VVD benadrukt het belang van verdere versterking van het Caribische deel van het Koninkrijk, waarbij nauw wordt samengewerkt met Aruba, Curaçao, en Sint-Maarten om goed bestuur, financiële stabiliteit, corruptiebestrijding, duurzame economische groei en onderwijs te bevorderen.
Daarnaast pleit de partij voor financiële verantwoordelijkheid van de autonome landen, waarbij zij hun eigen financiën moeten beheren. Nederland kan ondersteuning bieden om de kwaliteit van bestuur, justitie, en financiën te waarborgen.
Personenverkeer
Niet nieuw, maar wel opvallend, is de wens van de partij om inwoners van Aruba, Curaçao en Sint Maarten die een Nederlands paspoort hebben voorwaarden te stellen als ze naar Nederland komen. Europees Nederland heeft geen toelatingsregeling voor burgers uit de andere landen van het Koninkrijk, iedereen met de Nederlandse nationaliteit wordt tot nog toe toegelaten. De eilanden hebben dat werl. Die ongelijkheid wil de VVD rechttrekken.
Een voorstel voor een Rijkswet voor het personenverkeer werd eerder wegens gebrek aan steun uiteindelijk niet ingediend, waarna André Bosman van de VVD van het recht van initiatief gebruik maakte door een voorstel voor een gewone Nederlandse wet in te dienen. Deze Bosman-wet werd uiteindelijk door de Tweede Kamer verworpen.
In het Koninkrijk der Nederlanden geldt het recht van vrij reizen en wonen. Dit is gegarandeerd in de Nederlandse Grondwet en het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden, waarin de rechten en plichten van burgers en de overheid staan.
Voordat het Statuut in 1954 tot stand kwam, stelde de Nederlandse overheid bepaalde eisen aan Nederlandse onderdanen (uit Europees Nederland) om naar de Nederlandse koloniën te trekken en moesten Nederlandse ingezetenen (plaatselijke bevolking in de koloniën) toestemming vragen aan de koloniale regering om naar Nederland te mogen reizen.
In 1954 werd het verschil tussen ingezetenen en onderdanen sterk beperkt doordat alle ingezetenen uit de koloniën het Nederlands paspoort verkregen. Alle ingezetenen van de zes voormalige Nederlandse Antillen en Suriname verkregen hierdoor het Nederlandse paspoort. In 1985 verkregen alle burgers uit het Koninkrijk dezelfde status, toen de Wet op het Nederlanderschap en ingezetenschap uit 1892 definitief werd vervangen door de Rijkswet op het Nederlanderschap.
Om te voorkomen dat de Antillianen hun zelfbestuur kwijtraken, heeft de eilandelijke regering de regeling van het koloniale Nederland overgenomen, waarin voorwaarden worden gesteld aan Europese Nederlanders, die op een van de eilanden willen wonen. Zo moeten deze mensen in staat zijn om zichzelf te onderhouden. Als Europese Nederlanders voldoen aan alle voorwaarden staat niets hun in de weg om zich te vestigen in het Caribisch gebied.
Onafhankelijkheid
Bovendien wil de VVD dat het Statuut voor het Koninkrijk een expliciete bepaling moet bevatten waarin staat dat Curaçao en Sint-Maarten, naast Aruba, het recht hebben om onafhankelijk te worden en het Koninkrijk te verlaten. Deze regeling geldt ook voor Bonaire, Sint-Eustatius, en Saba als zij besluiten onafhankelijk te willen worden.
Deze wens gaat voorbij aan het feit dat de eilanden dit recht al hebben in internationaal volkerenrecht en lijkt dus overbodig.