COHO-rijkswet van tafel, onderlinge regeling in de maak
PHILIPSBURG – De Rijkswet Caribisch Orgaan voor Hervorming en Ontwikkeling (Coho) is van tafel. In plaats daarvan komt een onderlinge regeling. Dat is op het Vierlandenoverleg op Sint Maarten besloten.
De onderlinge regeling vloeit voort uit het voorstel van Aruba, Curaçao en Sint Maarten, waarin het belang van de hervormingen zoals vastgelegd in de Landspakketten opnieuw zijn bevestigd.
In de onderlinge regeling zijn onder meer afspraken gemaakt over de werkwijze, de manier van rapporteren, de ondersteuning door Nederland en de duur van de regeling. Die wordt vier jaar, met de mogelijkheid om die twee jaar te verlengen.
De afspraken worden de komende tijd door onze ambtelijke teams nader uitgewerkt. De verwachting is dat er begin maart 2023 een definitieve onderlinge regeling wordt ondertekend.
Onderlinge regeling
De onderlinge regeling is gemaakt op basis van het Statuut tussen de regering
van Nederland en de regeringen van de CAS-eilanden. Gesproken wordt van een samenwerking voor het doorvoeren van de hervormingen, waarbij de Tijdelijke Werkorganisatie (TWO), die nu de uitvoering van de Landenpakketten aanstuurt, aanblijft.
Volgens de drie eilanden zijn de afspraken nu op basis van gelijkheid en gelijkwaardigheid gemaakt, zonder dat er sprake is van oude koloniale gevoelens. COHO voelde als een door Nederland opgelegde wet, waarin Nederland het voor het zeggen had.
Coronaleningen
De vier landen hebben afgesproken dat in februari het overleg wordt opgestart over de per 10 oktober 2023 aflopende leningen van de Landen bij Nederland die zijn verstrekt gedurende de Coronacrisis.
Afspraken daarover zouden wat Aruba, Curaçao en Sint Maarten betreft moeten leiden tot een overeenkomst over de herfinanciering dan wel kwijtschelding. Het gaat om vele honderden miljoenen die in 2020 en 2021 renteloos door Nederland werden verstrekt om de coronacrisis het hoofd te bieden.