ORANJESTAD – Arubanen moeten moestuinen aanleggen om zelf groente en fruit te verbouwen. Dit om toekomstige hongersnood tegen te gaan, zegt small-scale teler Ingela Lacle.

Volgens Ingela Lacle is er op Aruba groot gevaar voor hongersnood. Slechts 0,04% van het eten op het eiland wordt lokaal geproduceerd. Over tien jaar zou Aruba in hongersnood kunnen verkeren volgens recente cijfers van de Verenigde Naties.

Dat betekent dat de bewoners van Aruba afhankelijk zijn van geïmporteerd groente en fruit. “Maar de prijzen blijven stijgen, dat merk je hier nu al in de supermarkt”, zegt Lacle. Veel mensen op Aruba kunnen daarom onvoldoende gezonde producten op tafel zetten.

Maar Lacle denkt dat Aruba zelf veel kan doen. “Het helpt al als iedereen wat zaadjes in de tuin plant”, zegt ze. Haar advies? Klein beginnen, want dan heb je meer controle en motivatie. “We hebben nog tien jaar om te oefenen”, aldus de plant guru.

Lacle begon zelf met één vierkante meter moestuin. Dit breidde ze langzaam uit en nu heeft ze tweeënveertig vierkante meter aan beplante grond in de tuin. Daarmee produceert ze genoeg groente voor haarzelf, haar man en twee hongerige pubers.

Vooral sperziebonen, kouseband, okra, aubergine, zoete aardappel, tomaten, paprika’s en kruiden doen het goed op het eiland. “Maar hoe meer we oefenen, hoe meer we ook kunnen verbouwen op deze grond. Vroeger konden we hier geen aardbeien of boerenkool planten, maar nu groeien die wel goed.”

De meeste huizen op Aruba hebben een tuin of balkon, dus Lacle ziet veel mogelijkheden. “Maar het vergt wel wat van het volk. We moeten het heft in eigen hand nemen om de hongersnood tegen te gaan.”