Nieuw onderzoek bevestigt twijfels over mortierongeval Aruba in 1961
Het historisch onderzoek naar een mortierongeval op Aruba in 1961 bevestigt dat destijds geen volledig onderzoek werd uitgevoerd. Minister van Defensie Ruben Brekelmans heeft de resultaten van het onderzoek door het Nederlands Instituut voor Militaire Historie (NIMH) aan de Tweede Kamer gepresenteerd.
Op 11 juli 1961 vond tijdens een militaire oefening met een 81mm-mortier op het oefenterrein California op Aruba een dodelijk ongeval plaats. Drie mariniers kwamen om het leven: sergeant A.K. Roeleveld en dienstplichtig mariniers A.J.J. Struike en M.C. Tulp. Twee andere militairen raakten zwaargewond. De Koninklijke Marine stelde destijds dat het ongeluk was veroorzaakt doordat een granaat te vroeg werd geladen, maar latere vragen van nabestaanden en nieuwe inzichten leidden tot hernieuwd onderzoek.
Het NIMH concludeert dat de verklaring uit 1961 de meest waarschijnlijke blijft, maar sluit niet uit dat andere factoren een rol speelden. Destijds werd geen onderzoek gedaan naar de kwaliteit van de gebruikte munitie, waardoor niet kan worden vastgesteld of een defect daaraan heeft bijgedragen. Daarnaast wijst het NIMH erop dat het ongeval destijds te snel werd toegeschreven aan marinier Tulp, zonder rekening te houden met bredere omstandigheden zoals het opleidingsniveau en de gebruikte materialen.
In een reactie erkent de minister dat de marineautoriteiten in de omgang met nabestaanden ernstige fouten hebben gemaakt. De ouders van marinier Tulp, die verantwoordelijk werd gehouden voor het ongeluk, werden pas maanden later ingelicht over de conclusies van het onderzoek. Een verzoek om het stoffelijk overschot naar Nederland te brengen of het graf op Aruba te kunnen bezoeken, werd niet gehonoreerd. Brekelmans heeft hiervoor excuses aangeboden.
Mali
Een verband met het mortierongeval in Mali in 2016, waarbij Nederlandse militairen omkwamen door een defecte mortiergranaat, kan volgens het NIMH niet worden vastgesteld. De gebruikte wapensystemen en munitie verschilden te veel, en destijds werden geen veiligheidsanalyses zoals tegenwoordig uitgevoerd.
Defensie benadrukt te willen leren van ongevallen, hoe lang geleden ze ook plaatsvonden. Als gevolg van het ongeval in Mali zijn al verscherpte veiligheidsmaatregelen doorgevoerd binnen het munitiebedrijf en is een onafhankelijke Inspectie Veiligheid Defensie opgericht om toezicht te houden op veiligheidsprocedures.