Onderwijs

Mentale gezondheid van Arubaanse jeugd verslechterd na pandemie

ORANJESTAD – De mentale gezondheid en het welzijn van Arubaanse schoolkinderen zijn sinds de coronapandemie achteruitgegaan. Dat blijkt uit de nieuwste resultaten van de post-COVID Jeugdmonitor Aruba, uitgevoerd door onderzoekers* van het Instituto Pedagogico Arubano (IPA) en de Vrije Universiteit Amsterdam (VU). Het onderzoek, dat is overhandigd aan de regering, baseert zich op een mixed-method research waarbij gebruik is gemaakt van kwantitatieve gegevensverzameling en kwalitatieve interviews met schoolmedewerkers en focusgroepen met ouders.

Schoolprofessionals merken een toename van stress, vermoeidheid en concentratieproblemen bij leerlingen. Ook ouders maken zich zorgen over de emotionele gesteldheid van hun kinderen. “Veel kinderen zijn angstiger geworden, minder gefocust in de klas en sneller prikkelbaar,” zegt een van de geïnterviewde schooldirecteuren. Volgens een onderdirecteur is het verband met de thuissituatie duidelijk zichtbaar: “Meestal draait het om ongeconcentreerdheid. Op dagen van een moeilijke thuissituatie zijn kinderen agressief of heel stil en teruggetrokken.”

Volgens de onderzoekers spelen niet alleen de gevolgen van de pandemie een rol, maar ook de financiële stress binnen gezinnen en de impact van sociale media. Dit heeft in sommige gevallen geleid tot ernstige psychische problemen. “Er zijn kinderen met depressies, vooral als de ouders werken en de ouders niet weten wat de kinderen doormaken. Velen schreeuwen om aandacht, maar wij kunnen niet wachten op de overheid die helemaal niks doet. Er is nooit geld…” zegt een schooldirecteur.

Vier hoofdthema’s

Het onderzoek benadrukt vier hoofdthema’s die bepalend zijn voor de kwaliteit van leven van jongeren: mentale en fysieke gezondheid, thuissituatie, schoolomgeving en buurt. De interviews met schoolmedewerkers laten zien dat er vooral zorgen zijn over de sociaal-emotionele opvang op scholen. Leraren voelen zich vaak onvoldoende ondersteund om gedragsproblemen en emotionele moeilijkheden bij leerlingen aan te pakken. Een interne begeleider merkt op: “Er is een aantal kinderen met psychische problemen, timide en verdrietig. Die worden allemaal verwezen naar Sociale Zaken.”

Voor het eerst werden ook ouders in het onderzoek betrokken. Volgens hen heeft de COVID-19-pandemie een positief effect gehad op de toegankelijkheid van de gezondheidszorg. Zij geven aan dat de toegang tot artsen en ziekenhuizen laagdrempeliger en sneller is geworden in vergelijking met de situatie voor de pandemie.

Zij uiten wel hun zorgen over de hoge kosten van onderwijs. Daarnaast geven ze aan dat sociale ongelijkheid in de wijken invloed heeft op de ontwikkeling van hun kinderen. Niet alle kinderen krijgen medische zorg, merkt een schoolprofessional op: “Niet alle kinderen gaan geregeld naar de dokter, want het gaat soms om migrantenkinderen van migrantenouders met uitkeringen of kinderen van werklozen.”

Daarnaast wijzen de onderzoekers op een toename van depressieve klachten onder jongeren, vooral bij kinderen van migranten. “Meer depressies onder de jongeren post-COVID zijn zichtbaar in de meldingen”, zegt een maatschappelijk werker. “Ouders werken soms te laat door en hebben jammer genoeg geen netwerk en dit geldt vooral voor migranten.”

Toekomst

Bijna een derde van de Arubaanse schoolkinderen maakt zich zorgen over de toekomst en ervaart regelmatig stress, zo blijkt uit de cijfers in het onderzoek. De onderzoekers ondervroegen ruim tweeduizend leerlingen van de bovenbouw van de basisschool en de eerste klas van het voortgezet onderwijs.

Uit de resultaten blijkt dat ruim tachtig procent van de leerlingen zichzelf mentaal gezond vindt, maar tegelijkertijd ervaart een kwart vaak nervositeit. Daarnaast geeft ruim de helft aan zich niet prettig te voelen op school. Opvallend is dat meisjes vaker mentale klachten rapporteren dan jongens. Ook zijn er verschillen tussen districten: leerlingen uit Oranjestad rapporteren over het algemeen een hoger welbevinden, terwijl in San Nicolas meer probleemgedrag wordt gemeld.

De onderzoekers wijzen op verschillende factoren die samenhangen met de mentale gezondheid van kinderen. Een gezonde leefstijl, zelfcontrole en een ondersteunende opvoeding spelen hierin een belangrijke rol. Daarnaast blijkt dat leerlingen die zich minder veilig voelen in hun buurt of slachtoffer zijn van pesterijen, vaker last hebben van psychische klachten.

In vergelijking met de eerste meting in 2019 is de mentale gezondheid van de leerlingen verslechterd. Ook het welbevinden op school is achteruitgegaan en risicogedrag is licht toegenomen. De onderzoekers benadrukken dat deze bevindingen belangrijke aanknopingspunten bieden voor beleidsmakers om gerichte maatregelen te nemen.

Schoolkinderen vullen een vragenlijst in voor het onderzoek

Betere steun

Meer aandacht voor de mentale gezondheid van schoolkinderen en betere ondersteuning voor ouders en scholen. Dat zijn de belangrijkste aanbevelingen. Volgens de onderzoekers speelt financiële stress binnen gezinnen een grote rol in de achteruitgang van de mentale en fysieke gezondheid van kinderen.

Ook een gebrek aan gezonde voeding en de invloed van sociale media worden als risicofactoren genoemd. Schoolmedewerkers geven aan dat veel leerlingen last hebben van concentratieproblemen, stress en gedragsproblemen. Ouders willen graag meer ondersteuning bij de opvoeding, maar weten vaak niet waar ze terechtkunnen.

Om de situatie te verbeteren, stellen de onderzoekers voor om de Jeugdmonitor structureel in te zetten. Zij pleiten ervoor om het onderzoek elke drie jaar te herhalen in alle basisscholen, zodat trends tijdig gesignaleerd worden. Daarnaast wordt aanbevolen om meer schoolmaatschappelijk werkers aan te stellen en leraren beter te trainen in het omgaan met sociaal-emotionele problemen bij leerlingen.

Ook ouders zouden volgens het rapport extra steun moeten krijgen. Dit kan door laagdrempelige opvoedingsondersteuning aan te bieden en financiële hulp te verstrekken aan gezinnen die dat nodig hebben. Daarnaast wordt geadviseerd om meer naschoolse opvang en sportactiviteiten te organiseren, zodat kinderen minder tijd doorbrengen op straat.

Het rapport benadrukt dat samenwerking tussen scholen, ouders en instanties essentieel is om de leefomstandigheden van kinderen op Aruba te verbeteren.

* Het project is geïnitieerd en gecoördineerd door dr. Paula Kibbelaar, dr. Anne-Marie Slotboom, Prof. dr. Catrien Bijleveld en Prof. dr. Jan Hendriks van de VU/NSCR in Amsterdam en wordt gefaciliteerd door een team bestaande uit meerdere professionals van IPA: drs. Janneke Dapper, drs. Gregory Goedgedrag, Mr. Rainier Kock, Mr. Marvin Odor en Mrs. Marlene de Cuba. De afgelopen acht jaar hebben de hoofdonderzoekers samengewerkt aan de ontwikkeling van een duurzame en doorlopende monitor voor Arubaanse jongeren.

分享此文章