ORANJESTAD – Volgens de tijdens de volkstelling Censo2020 verzamelde gegevens, woont 78.3 van de huishoudens op Aruba in een huis. In Censo2010 woonde nog 79.5 procent van de huishoudens in een huis. Driekwart van de bevolking had de beschikking over een eigen huis, tegen 67 procent, tien jaar geleden.

De op één na grootste groep huishoudens woont in een appartement. Deze groep vertegenwoordigt 17.9 procent van de huishoudens op Aruba. Dit betekent een lichte stijging vergeleken met Censo 2010, waar 16.4 procent van de huishoudens in een appartement woonde.

3.8 procent van de totale huishoudens woont in andere soorten woningen. Twee procent in een woonwagen of container, 1.2 procent aparte kamer binnen een huis, 0.4 procent in een buitenkamer en 0.2 procent in een ander type woning.

In vergelijking met eerdere tellingen, bijvoorbeeld 2000 en 2010, zijn er geen belangrijke veranderingen in het percentage huishoudens dat in deze soorten huisvesting woont, behalve voor huishoudens die in een buitenkamer wonen. Volgens Censo2000 woonde 2.0 procent van de huishoudens op Aruba in een buitenkamer. Dit percentage daalde tot 1.1 procent in Censo 2010 en bleef dalen tot 0.4 procent in Censo2020.

De resultaten van Censo2020 geven aan dat 75 procent van de huishoudens eigenaar is van het huis waarin ze wonen. Dit is een stijging van 11.9 procent vergeleken met Censo2010, waar het percentage op 67 procent stond. Het percentage huishoudens dat hun woning huurt, daalde van 28,2 procent in Censo2010 tot 22.3 procent in Censo2020. Ook het percentage huishoudens dat gratis in hun woning woont, daalde van 3.7 procent in 2010 tot 2.4 procent in 2020.