Een derde van de mensen met een Marokkaanse, Surinaamse en Caribische achtergrond voelt discriminatie in Nederland
AMSTERDAM – Drie op de tien mensen met een Marokkaanse, Surinaamse en Caribische achtergrond voelt zich gediscrimineerd in Nederland. Dit blijkt uit de Veiligheidsmonitor van het Centraal Bureau voor de Statistiek.
Ruim één op de tien inwoners van Nederland (elf procent) van vijftien jaar of ouder zegt in 2021 dat hij of zij zich in de afgelopen twaalf maanden gediscrimineerd heeft gevoeld.
Dat zijn omgerekend ruim 1,6 miljoen mensen. Het gaat dan vooral om mensen met een andere dan Nederlandse achtergrond. Van de mensen in het onderzoek met een Nederlandse herkomst voelde minder dan één op de tien zich gediscrimineerd.
Discriminatie kan op een of meerdere gronden worden ervaren. De meest genoemde grond was met vier procent, ras of huidskleur. Daarna volgen discriminatie op grond van nationaliteit (drie procent), geslacht, leeftijd, en godsdienst of levensovertuiging (alle twee procent).
De meest voorkomende manier waarop slachtoffers zich gediscrimineerd voelden is ongelijke behandeling, benadeling of het voortrekken van bepaalde groepen. Dit was het geval bij bijna zes op de tien mensen die discriminatie ervoeren in het afgelopen jaar.
Stigmatisering
Bijna vier op de tien zeiden dat dit (ook) door discriminerende opmerkingen kwam en ruim drie op de tien gaven aan dat ze zich (ook) gediscrimineerd voelden door een negatief beeld of stigmatisering, bijvoorbeeld in de media.
De veiligheidsmonitor is een enquête waaraan 173 duizend Nederlanders van vijftien jaar en ouder hebben deelgenomen.