Ezels en de historie van de Ezelopvang Aruba
Eind 1400 kwamen de eerste ezels vanuit Spanje op Aruba. Ze werden ingevoerd omdat er behoefte bestond aan transportmiddelen voor mensen en goederen. Uiteindelijk bleken er begin 20ste eeuw zo’n 1400 ezels op het eiland te zijn. Dat ging allemaal prima, totdat er zo rond 1950 de eerste auto werd gesignaleerd. Dat werden er al snel meer en gaandeweg werd de ezel overbodig. Ze werden door de bewoners van Aruba in de natuur vrijgelaten. Dat ging niet lang goed, zowel door de overheid als de auto werden ze bijna uitgeroeid; in de zeventiger jaren waren er nog maar 20 ezels op het eiland. Maar in de daarop volgende jaren herstelde zich dat en in de jaren 90 werden er zo ongeveer 100 ezels geteld.
Eén van die ezels was BanBan. Deze ezel was door kinderen als een soort pesterij met heet water verwond. Arubaan Ramon Boekhoudt ontfermde zich in 1994 over Ban Ban en stalde hem onder de boom. Het opvangen van ezels was begonnen. Er werd actie gevoerd, geld ingezameld en met een aantal mensen werd het terrein in Santa Lucia klaar gemaakt. In 1997 was het werk klaar en werd de Ezelopvang Aruba officieel opgericht door een inschrijving bij de Kamer van Koophandel. De eerste 10 ezels werden opgehaald bij Pos Chiquito, waar ze in het wild liepen. En langzaam maar zeker groeide het aantal opgevangen ezels. In eerste instantie ging het om zieke en gewonde ezels, maar gaandeweg werden er ook gezonde ezels opgehaald. Het werd nu eenmaal op het eiland te druk en te gevaarlijk voor de dieren.
In 1998 kwam Desiree Eldering er als vrijwilliger bij, de huidige manager van de Ezelopvang. Buiten wat speciale gelegenheden was de opvang gesloten voor publiek. In 2004 veranderde dat en werden er langzamerhand bezoekers toegelaten. In eerste instantie alleen in de ochtenden, maar vanaf 2010 de hele dag. Inmiddels ontvangen ze een kleine 30.000 bezoekers per jaar. Vanaf 2006 zijn bestuur en vrijwilligers al begonnen met het klaarmaken van het nieuwe terrein Bringamosa, want Santa Lucia werd te klein. En in 2016 zijn ze uiteindelijk verhuisd.
Er wonen nu 127 ezels in de Opvang waarvan 6 bij Desiree Eldering thuis. Dit zijn de probleemgevallen die wat meer zorg nodig hebben of niet goed overweg kunnen met mensen of met de andere ezels. En de eerste en oudste bewoner is nog steeds Ban Ban! Ook hebben ze op Bringamosa een paar appartementjes met in totaal 4 slaapplaatsen om vrijwilligers in onder te brengen. Buiten de lokale vrijwilligers (ongeveer 30) zijn er ook vrijwilligers van allerlei organisaties wereldwijd. Die blijven doorgaans voor een wat langere periode van ongeveer 2 tot 12 maanden en helpen dagelijks. En die kunnen ze dus onderdak bieden op de Opvang.
Ze schatten dat er op het eiland nog een kleine 40 ezels loslopen en het blijft hun doel om ze uiteindelijk allemaal in de opvang te huisvesten. Daar zijn alle mannelijke ezels gecastreerd om inteelt te voorkomen. Het is al tijden het streven om een beperkt fokprogramma op te zetten met ezels van de andere eilanden. De komst van Covid heeft deze plannen tijdelijk stilgelegd, ze hopen het ergens dit jaar weer op te pakken.