Nieuws op Aruba

Kinderen hebben recht op een gezond milieu

Foto – Afvalzorg Nederland

ORANJESTAD – Of vuilstortplaats Parkietenbos nu dicht is of niet; voor bewoners blijft de overlast onverminderd doorgaan. In het volgende opiniestuk schrijft Statenlid mr. dr. Ryçond Santos do Nascimento dat de vervuiling de gezondheid van de kinderen uit de buurt aantast en daardoor een schending is van hun rechten.

Op de website kinderrechten.nl lezen we over een baanbrekende zaak waarin een Londense rechter in december 2020 officieel erkende dat een 8-jarig meisje was overleden aan de gevolgen van luchtvervuiling. Dit oordeel past binnen de groeiende erkenning dat met milieuvervuiling kinderrechten worden geschonden. Op dezelfde website lezen we dat jaarlijks één op de vier kinderen jonger dan vijf jaar overlijden aan de gevolgen van milieuschade.

Dit roept voor Aruba vragen op, want sinds jaar en dag is het Arubaanse afvalbeheer ver onder de maat. In het gebied rond het woongebied Parkietenbos heerst een situatie die indruist tegen zowel het recht als tegen hetgeen van een fatsoenlijke overheid mag worden verwacht: luchtverontreiniging, bodemverontreiniging en zeewater verontreiniging zijn aan de orde van de dag.

Bij Parkietenbos groeit een vuilnishoop met de dag richting zee, terwijl iedere verandering in windrichting buurtbewoners misselijkmakende geur- en rookoverlast bezorgt. Slib, dat bestaat uit onder meer fecaliën, wordt op de vuilnishoop uitgesmeerd om te drogen. Als het een beetje geregend heeft, wordt deze stinkende brij een broeihaard voor ongedierte. Ondertussen wordt er in de zee (ongezuiverd) rioolwater geloosd.

In dit kader mag best onderzocht worden of bij Parkietenbos kinderrechten geschonden worden. Immers, Aruba is ook gebonden aan het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind (IVRK). In artikel 3 van dit verdrag komt tot uiting dat het belang van het kind voorop moet staan bij beslissingen die kinderen aangaan. Artikelen 4 en 6 scheppen de plicht voor de overheid om te zorgen voor een veilige leefomgeving voor kinderen.

Tegen deze achtergrond zijn de (voornamelijk openlucht)werkzaamheden die te Parkietenbos plaatsvinden in het kader van afvalbeheer, kennelijk een grove schending van de rechten van het kind. Toch wordt er bij het ontplooien van deze activiteiten door niemand nagedacht over het gevaar van giftige stoffen voor de kinderen die in deze buurt wonen. Luchtkwaliteit, (zee)waterkwaliteit en bodemkwaliteit worden kennelijk niet gemeten. Ook wordt in dit woongebied geen gezondheidsonderzoek gehouden om de gezondheidsrisico’s voor buurtbewoners in kaart te brengen.

De tijd begint echt te dringen dat de overheid deze slepende afvalaffaire serieus neemt en deze problematiek effectief aanpakt. Echter, de moed zakt je in de schoenen wanneer je luistert naar de uitlatingen van de nieuwe Minister van Integriteit en Natuur tijdens de onlangs gehouden parlementsvergadering inzake Serlimar.

Volgens de website van de overheid is Serlimar ‘het bedrijf van Aruba, dat de gemeenschap een schoon en gezond leefmilieu garandeert door op een verantwoorde, servicegerichte en efficiënte wijze uitvoering te geven aan activiteiten op het gebied van afvalstoffenpreventie –inzameling en –verwerking en groenbeheer.’

Tijdens de vergadering geeft de minister aan dat de Hinderverordening niet van toepassing is op de werkzaamheden bij Parkietenbos, terwijl deze landsverordening hiervoor geen uitzondering schept. Over het PAHO-rapport had de minister nog nooit gehoord noch over de problematiek van de locatie van een incinerator (verbrandingsoven).

In interviews verzekert onze kersverse minister ons dat hij de materie grondig heeft bestudeerd en dat er over de oplossingen is nagedacht. We moeten het maar geloven. Ondertussen blijven we veel waarde hechten aan de autonomie, alsof het een voorrecht is van de Arubaanse overheid.

Wellicht wordt het tijd om deze autonomie niet alleen op te vatten als strijdkreet tegen Nederland, maar op de eerste plaats als een verantwoordelijkheid. Daarmee zou de autonomie ook opgevat moeten worden als een plicht dat noopt tot verwezenlijking van de rechten van het kind.



Deel dit artikel