De Nederlandse Bank stapt komende tien jaar met Prins Bernard Cultuurfonds in fonds voor slavernijverleden
AMSTERDAM – De Nederlandsche Bank, DNB, richt de komende tien jaar in samenwerking met het Prins Bernard Cultuurfonds een speciaal fonds op om een bijdrage te leveren aan een vermindering van de gevolgen van de trans-Atlantische slavernij. Veel nazaten van tot slaaf gemaakten ondervinden nog steeds nadelige effecten van die periode.
Vorig jaar juli maakte DNB-president Klaas Knot tijdens Keti Koti excuses voor de betrokkenheid van DNB bij de trans-Atlantische slavernij in de 19e eeuw. In dat kader ziet DNB de samenwerking met het Cultuurfonds als de volgende stap om het slavernijverleden een plek te geven die recht doet aan de betrokkenen.
Sinds de excuses heeft DNB intensief gesproken met nazaten van tot slaaf gemaakten, maatschappelijke en burgerorganisaties, wetenschappers en beleidsmakers, waarbij is gekeken naar hetgeen nodig is om bewustwording over het slavernijverleden te bevorderen en wat DNB zou kunnen doen in die context.
Tien jaar
Daartoe zijn DNB en het Prins Bernard Cultuurfonds een tienjarige samenwerking aangegaan. Het DNB-fonds heeft de komende tien jaar in totaal vijf miljoen euro te verdelen, waarbij het gaat om speciale ‘fondsen op naam’. Voor de toekenning van financiering maakt DNB gebruik van de kennis, kunde en ervaring van het Cultuurfonds en het Prins Bernard Cultuurfonds Caribisch gebied.
Het Cultuurfonds kent een lange traditie in het beheren van specifieke fondsen op naam en is daarnaast al lang actief in het Caribisch gebied, Suriname en Nederland door initiatieven te steunen die bijdragen aan de verwerking van het koloniaal verleden.
DNB geeft aan dat het fonds zich richt op kleinere, lokale initiatieven, waarbij je kunt denken aan stichtingen, burgerinitiatieven en individuen met projecten die potentieel kunnen bijdragen aan verbetering van leefomstandigheden van nazaten. Lokale vertegenwoordigers worden betrokken bij de besluitvorming over projecten.
Eenmalige bedragen
Naast deze fondsen op naam voor kleinere initiatieven geeft DNB eenmalige bedragen aan een beperkt aantal omvangrijke projecten waarvoor de bank nog eens vijf miljoen euro vrijmaakt. Het gaat hierbij om projecten met een brede maatschappelijke impact en een educatieve inhoud.
In een eerste ronde is gekozen voor eenmalige bijdragen aan het toekomstige Nationaal Slavernijmuseum in Amsterdam, het Elisabeth Samson Huis in Suriname en het Tula Museum op Curaçao. In een tweede ronde volgen Sint-Maarten, Aruba, Bonaire, Sint-Eustatius en Saba. DNB zegt ernaar te streven deze financiering nog dit jaar af te ronden.
Binnen de eigen organisatie zijn ook stappen gezet, zegt DNB. Er is bijvoorbeeld een Chief Diversity & Inclusion aangesteld en er zijn streefcijfers bepaald om culturele diversiteit in het management van de bank te vergroten.