ORANJESTAD – Sinds de nationale bewustwordingscampagne ‘No sconde mas’tegen kindermishandeling – en misbruik begin juli van start ging, zien de organisatoren al behoorlijk wat belangstelling. Nu gaan ze de wijken in.
Het doel is om mensen en vooral ook kinderen te leren wat de signalen zijn van kindermishandeling- en misbruik. Want dat is niet altijd makkelijk te herkennen, zegt campagneleider Egbert Schwengle. “Vaak denken mensen alleen aan het fysieke gedeelte. Maar wij weten uit ervaring dat de dader exact weet hoe hij hiermee om moet gaan.” Vooral psychische mishandeling, zoals emotionele verwaarlozing, is lastig vanaf de buitenkant te zien.
Schwengle benadrukt: “Het belangrijkste punt is dat wij willen voorkomen dat kinderen denken dat er niets aan het probleem van mishandeling wordt gedaan en zij dus niet melden.”
“Door de signalen te leren kennen, kunnen we kinderen, mannen en vrouwen die hier slachtoffer van zijn, direct hulp aanbieden”, legt Hassell uit. “Hierdoor kunnen we als samenleving een oplossing bieden voor het probleem waarover generaties lang niet is gesproken.”
Tijdens de wijkavonden zijn vertrouwenspersonen bij wie ook mishandeling en misbruik kan worden gemeld. De andere wijkavonden vinden plaats in september, oktober en november. Tijdens de laatste bijeenkomst op de internationale dag van de Rechten van het Kind (20 november) kijkt de organisatie bovendien terug op het verloop van de wijkavonden.
‘Mensen durven voor zichzelf op te komen’
De campagne-organisatie ontving sinds de lancering vier meldingen van mishandeling. Belangstelling voor de campagne is er ook. Vooral de infomercial van een interview met een medewerker van Bureau Slachtofferhulp, werd binnen één dag 12.000 keer bekeken.
Of er meer meldingen zijn gemaakt bij andere hulpinstanties, kan projectleider Schwengle niet zeggen. “Je ziet nu wel dat mensen een melding durven te maken, mensen durven voor zichzelf op te komen. Wij kunnen niet meten of dat direct het gevolg is van deze campagne of andere campagnes. Maar je ziet wel dat andere organisaties op dit moment hun eigen campagne voeren en ook deze doelstellingen ondersteunen. En dat was eigenlijk ons doel.”