Parlementen Koninkrijk kiezen voor onderling vertrouwen, in plaats van wantrouwen
Door Caribisch Netwerk | Oscar van Dam en Marit Severijnse
KRALENDIJK – “Er is heel veel gesproken. Intensieve, soms langdurige, maar altijd constructieve gesprekken.” Dat is de conclusie van delegatieleider van de Eerste Kamer, Paul Rosenmöller, na afloop van het Interparlementair Koninkrijksoverleg (IPKO) dat tussen 23 en 25 augustus op Bonaire is gehouden.
Delegaties van parlementen uit Aruba, Curacao, Sint-Maarten en Nederland spraken daar drie dagen lang met elkaar over de toekomst van het Koninkrijk. “Dat heeft geleid tot een hele lange lijst met nieuwe plannen en ideeën over samenwerking op het gebied van onder andere steunpakketten, landspakketten, het klimaat, internationale verdragen en verkiezingen’’, aldus Jan Patternotte, voorzitter van het IPKO.
’Het IPKO draait vooral om de verdere versteviging van de relatie tussen de parlementariërs uit de vier landen van het Koninkrijk’ – Paul Rosenmöller, delegatieleider van de Eerste Kamer
Naast het tot stand komen van de afsprakenlijst, draait het IPKO volgens Rosenmöller vooral om de verdere versteviging van de relatie tussen de parlementariërs uit de vier landen. “Die relatie moet beter. Er moet meer prioriteit aan worden gegeven.’’ Ook William Marlin, ondervoorzitter van de Staten van Sint Maarten, zegt dat de eilanden dit een belangrijk punt vinden. “De relatie is helaas niet zo goed als we allemaal zouden willen. Maar we willen wel dat het verbetert en we hopen dat we daarover zullen blijven praten.’’
Geschillenregeling
Al meer dan tien jaar is een geschillenregeling een heet hangijzer binnen vergaderingen van het IPKO. De parlementen onderling waren al enkele jaren geleden overtuigd van de noodzaak van een onafhankelijk instituut dat juridisch bindend advies kan geven als er problemen zijn tussen de landen. Maar in de praktijk lukt het maar niet om de Nederlandse regering zo ver te krijgen een dergelijke geschillenregeling te installeren.
’De geschillenregeling is weer op tafel gezet’ – Amerigo Thodé, delegatieleider parlement Curaçao
In 2019 ging de Tweede Kamer nog akkoord met een concept, maar toen het daarna door de Eerste Kamer werd behandeld, wachtte staatssecretaris Raymond Knops (Koninkrijksrelaties) bijna een jaar met het beantwoorden van vragen, voordat hij het onderwerp van tafel veegde. Delegatieleider van Curaçao, Amerigo Thodé, kondigde tijdens de persconferentie echter aan dat ‘de geschillenregeling weer op tafel is gezet’. ‘’We hebben weer overeenstemming bereikt die er toe moet leiden dat we een dergelijke regeling gaan krijgen.”
Punten van zorg
Een punt van zorg vanuit de Arubaanse en de Curaçaose delegatie was verder dat tegenover de verschillende leningen die verschaft worden aan de eilanden in het kader van de zogenaamde Landspakketten, zeer zware voorwaarden worden opgehangen. Zoals onder meer een bezuiniging van 60 miljoen binnen de gezondheidszorg.
“Ik denk dat de gevolgen van deze bezuiniging duidelijk naar voren gebracht zijn. Er was gehoor hiervoor bij alle delegaties en het is ook opgenomen in het onderdeel hulp en bijstand dat dit de nodige aandacht zou moeten krijgen,’’ aldus Rocco Tjon, commissievoorzitter van Aruba. De delegaties spreken af om onderling hulp- en bijstandverzoeken te delen.
Irma
Sint Maarten sprak verder haar zorg uit over het traag beschikbaar komen van middelen na orkaan Irma. Meer dan vier jaar na de ramp is nog niet eens de helft van het geld gebruikt dat beschikbaar is gesteld door Nederland voor projecten om het eiland er weer bovenop te helpen.
Vier jaar na de ramp met orkaan Irma heeft Sint Maarten vanwege bureaucratische regels nog niet eens de helft van het geld voor de wederopbouw kunnen gebruiken
Marlin gaf aan zich daarbij vooral zorgen te maken over de problemen met de vuilstortplaats. Daar is geld voor nodig, maar vanwege allerlei bureaucratische regels bij de Wereldbank (waar Nederland het geld voor de wederopbouw van Sint Maarten heeft geplaatst) is de situatie op de stortplaats al jaren hetzelfde, aldus Marlin.
COHO
Misschien wel het belangrijkste onderwerp van het IPKO betreft het Caribisch Orgaan voor Hervorming en Ontwikkeling, het COHO. Als alles goed gaat, zal dit op 3 september in de Rijksministerraad worden behandeld, waarna alle parlementen kennis kunnen nemen van het grootschalige investeringsprogramma dat Nederland in samenwerking met de eilanden heeft opgezet.
Curaçao, Aruba en St. Maarten zijn enerzijds bang voor aantasting van de autonomie, anderzijds voor vertraging. Volgens Paul Rosenmöller zullen wat hem betreft de Nederlandse parlementen er alles aan doen om ‘hogere prioriteit’ te geven aan het COHO. “Maar dat lukt alleen als we open zijn tegen elkaar en we elkaar vertrouwen in plaats van wantrouwen.” Volgens hem is tijdens het IPKO hiervoor een nieuwe stap gezet.
Armoedeproblematiek
Het IPKO vond plaats op Bonaire. In Caribisch Nederland is de wens voor de instelling van een sociaal minimumloon al vaak geuit door lokale politici. Volgens Rosenmöller zijn er tijdens de vergaderingen geen concrete afspraken hierover gemaakt. “Dat is ook ingewikkeld.’’ Wel hebben de Nederlandse parlementsleden maandag persoonlijk met mensen op Bonaire gesproken die door armoede in een schrijnende situatie zitten.
“Wij hebben dat in ieder geval als hele Nederlandse delegatie echt scherp op het netvlies en dat vraagt natuurlijk om een vervolgactie,’’ aldus Rosenmöller. “Ik hoop dat de Nederlandse regering daar snel mee komt, zodat er een antwoord gegeven kan worden op dit probleem.’’