Werkgevers in lastige spagaat vanwege corona
ORANJESTAD – Sommige werkgevers krijgen te maken met lastige keuzes op de werkvloer, nu een min of meer stabiele groep burgers weigert zich te laten vaccineren tegen corona. Het bedrijf Romar Trading neemt de wettelijke plicht om kwetsbare werknemers te beschermen zeer serieus en stelt een vaccinatieplicht in voor het personeel. Wie vaccinatie weigert, loopt het risico op ontslag.
Artikel 3 lid 1 sub a van de Arbowet verplicht werkgevers zo veel mogelijk te voorkomen dat het werk een nadelige invloed heeft op de gezondheid van werknemers. Kwetsbare werknemers hebben hierbij recht op extra bescherming.
Een aanzienlijk deel van de beroepsbevolking heeft een chronische aandoening. Gelukkig hoeft dit niet altijd te betekenen dat werknemers met een chronische aandoening niet aan het werkproces kunnen deelnemen. Mits er sprake is van een medisch stabiele situatie zijn er geen aanwijzingen voor een verhoogde risico op een meer ernstiger beloop.
Behalve door COVID-19, kan er natuurlijk sowieso sprake zijn van een verhoogd risico op gezondheidsschade door infectieziekten zoals Influenza. Uitgangspunt is dat mensen met onderliggende gezondheidsproblemen altijd extra goed op hygiëne dienen te letten en bestaande richtlijnen, procedures en protocollen geldend voor de uitvoering van het werk zorgvuldig opvolgen.
Het uitgangspunt is dat zo lang er consequent en volgens de bestaande richtlijnen/procedures van de instelling of organisatie wordt gewerkt (naast de richtlijnen van de overheid) en oncontroleerbare situaties worden vermeden, ook een kwetsbare werknemer in principe zijn eigen werk kan blijven doen. Al dan niet in combinatie met aanvullende maatregelen, zoals persoonlijke beschermingsmiddelen en/of fysieke barrières.
De inhoud van het werk en de individuele gezondheidsfactoren en werkomstandigheden vormen altijd het vertrekpunt. Een kwetsbare werknemer moet als er een verhoogd gezondheidsrisico speelt (bepaald na een weging van de werkgebonden infectierisico’s en de individuele gezondheidsfactoren) worden vrijgesteld van werkzaamheden waarbij blootstelling mogelijk is aan COVID-19-positief geteste patiënten of voor COVID-19-verdachte personen, waarbij voldoende bescherming niet mogelijk is (= onbeschermd contact) of wanneer door de werkgever voldoende bescherming niet geleverd kan worden.
Romar interpreteert dit laatste als grond voor het ontslag van niet-gevaccineerde werknemers. Het alternatief is namelijk dat de kwetsbare medewerkers hun werk niet kunnen doen. Het bedrijf vindt het onredelijk om verantwoordelijk gehouden te kunnen worden voor de persoonlijke keuze van individuen, op basis van niet-legitieme argumenten. Zolang de wet niet veranderd is, kiest Romar voor het ontslaan van mensen die zich niet willen laten vaccineren. Ongetwijfeld zal de rechter hierover het laatste woord hebben.