Marechaussee op Aruba krijgt er 29 collega’s bij
De brigade Caribisch gebied van de Koninklijke Marechaussee krijgt er op Aruba veel nieuwe collega’s bij. In totaal maar liefst 29. Zij worden ingezet voor het zogeheten protocol Versterking Grenstoezicht op Aruba, Curaçao en Sint Maarten, schrijft het KMarMagazine in zijn laatste editie.
De 29 marechaussees betekent volgens projectleider Jan Ploegstra een grote verandering voor het land Aruba en ook voor zijn organisatie. “Aan beide kanten zullen we moeten wennen aan elkaar.”
Ploegstra is veel op Aruba geweest de laatste periode, zo ook de afgelopen twee weken met de opstart van de eerste collega’s die aankwamen. “Als ik merk hoeveel draagvlak er is voor het werk van de Marechaussee, hoe prettig mensen in de diensten met elkaar omgaan, dan ben ik ervan overtuigd dat het een succes wordt en dat we als Marechaussee echt het land Aruba op een goede manier gaan ondersteunen.
Op Curaçao komen er 31 arbeidsplaatsen bij en op Sint Maarten elf. In totaal 71 nieuwe collega’s op de drie eilanden samen.
Protocol
De plaatsing is het gevolg van het protocol dat de versterking van het grenstoezicht in de Caribische landen van het Koninkrijk regelt. Vorig jaar werd dat ondertekend door de verantwoordelijke bewindslieden uit Nederland en de landen Aruba, Curaçao en Sint Maarten.
De drie landen hebben toen de wens uitgesproken om intensiever samen te werken, dus ook met de Marechaussee, Douane Nederland en de Kustwacht Caribisch Gebied. Die samenwerking is nodig in de bestrijding van grensoverschrijdende criminaliteit om zo beter beschermd te zijn tegen mensensmokkel, mensenhandel, drugssmokkel en ook illegale migratie.
Ieder land heeft een plan opgesteld om samen te investeren in het grenstoezicht en de politiedienst op de luchthavens en het toezicht aan de maritieme grens. Hierbij ligt een sterke focus op het versterken van de informatiepositie, zodat je tot de juiste keuze van inzet van mensen en materiaal kunt komen.
Het protocol is afgesloten voor zeven jaar met mogelijkheden tot verlenging. De plannen van aanpak van de landen richten zich op de eerste drie jaar. De komende jaren zal er dus een soort vervolgplan gemaakt gaan worden voor de jaren daarna. In het ideale plaatje hebben de landen de hulp van de Marechaussee na die zeven jaar niet meer nodig.
Grenzen
De nieuwe collega’s worden volgens projectleider Ploegstra vooral ingezet voor het toezicht aan lucht- en maritieme grenzen. “Het gaat om grensgerelateerde functies in het domein van handhaving, opsporing en intelligence. Dat zijn onder meer opsporingsambtenaren in de grensbewaking en in de politiedienst op de luchthavens, intell-medewerkers, rechercheurs, collega’s met focus op vorming en begeleiding, leidinggevenden, analisten en specialisten voor op te richten falsificatendesks.”
“We ondersteunen op Curaçao en Sint Maarten als Marechaussee de lokale diensten al langer via het protocol Flexpool KMar, ongeveer twintig collega’s per land”, aldus Ploegstra.
Op Aruba is de Marechaussee ook actief vanuit de Flexpool, daar werken vier mensen. “De eerstelijnsgrenscontrole is wel per land anders georganiseerd: op Aruba is dat een aparte dienst Inmigracion Aruba, op Curaçao is het een taak van de politie en op Sint Maarten is het de dienst Immigration Border Protection Service.”
Groeien
Onder leiding van Jan Ploegstra groeide de brigade Caribisch gebied van 15 man in 1999 naar 250 mensen nu. “We hebben dan ongeveer 110 marechaussees die lokale diensten ondersteunen op Aruba, Curaçao en Sint Maarten. Dat is uitdagend, maar het is ook een kans voor de collega’s. Het zijn gewoon geweldige functies in een bijzondere omgeving en een andere cultuur, waar onze collega’s en de lokale collega’s over en weer veel van elkaar kunnen leren, en dus door goed samen te werken er echt sprake zal zijn van het versterken van het grenstoezicht.”