Massa slavenbegraafplaats Sint-Helena en de connectie met Sint Eustatius
JAMESTOWN – Ontvoerd, verhandeld, bevrijd, gestorven in een quarantainekamp en na je dood nog geen rust: dat is het verhaal van 325 Afrikaanse mannen, vrouwen en kinderen die in het weekend van 20 en 21 augustus ceremonieel zijn herbegraven op Sint-Helena. Zij maken deel uit van de vergeten geschiedenis van de ‘bevrijde’ Afrikanen van de trans-Atlantische slavenhandel.
Sint-Helena is een eiland in het zuiden van de Atlantische Oceaan, zo’n 2000 km ten westen van de Afrikaanse kust. Het is onderdeel van het Brits overzees gebiedsdeel Sint-Helena, Ascension en Tristan da Cunha en economisch volledig afhankelijk van het Verenigd Koninkrijk. De inwoners van Sint-Helena noemen zichzelf Saints. De bevolking is ontstaan uit drie bevolkingsgroepen: Afrikaanse slaven, Chinese arbeiders en Britse kolonisten.
Eenzame strijd
Namibisch milieu- en cultureel erfgoedconsulent Annina van Neel trekt zich al jaren het lot van de 325 mannen, vrouwen en kinderen aan. Zij heeft gevochten voor een respectvolle behandeling en voor de herbegrafenis van hun opgegraven resten. Archeologische opgravingen bij de aanleg van Sint-Helena’s vliegveld in 2008 legden hun resten bloot en bijna twaalf jaar lang bleven deze opgeslagen in dozen in een voorraadkamer van een oude gevangenis. Nu krijgen ze eindelijk het respect en de rust die ze verdienen.
De plechtigheden op 20 en 21 augustus waren indrukwekkend. Op 20 augustus werden de kisten met menselijke resten ceremonieel herbegraven. Op 21 augustus werden er in een samenzijn van honderden aanwezigen gedichten, speeches, stilte en muziek met elkaar gedeeld vlakbij het massagraf.
Aan het einde van de ceremonie kon elke aanwezige een wit lintje binden aan een boom. In een permanent herdenkingsmonument is nog niet voorzien. Niet iedereen op Sint-Helena is even blij met de aandacht voor de massa-herbegrafenis.
Annina van Neel ondervond over de jaren veel tegenstand. De documentaire “A Story of Bones” die in juni dit jaar tijdens het Tribeca Film Festival in New York in première ging, vertelt haar verhaal. Een verhaal verbonden aan het trieste lot van de Afrikaanse mannen, vrouwen en kinderen die dachten bevrijd te zijn en naar huis te keren.
Stille ramp
De massa-herbegrafenis markeert de cruciale rol van Sint-Helena bij het beëindigen van de trans-Atlantische slavenhandel in de negentiende eeuw. Na het Britse verbod op de slavenhandel in 1807 begon de Britse Royal Navy met patrouilles op de Atlantische oceaan en onderschepte ze slavenschepen die zich niet aan het verbod hielden.
De ontvoerde Afrikanen aan boord van deze schepen werden tussen 1840 en 1872 naar Sint-Helena gebracht. Meer dan 25.000 zogenaamd bevrijde Afrikanen hebben zo voet aan wal gezet op Sint-Helena. Maar teruggebracht naar hun land van herkomst in Afrika werden ze niet.
Sommigen werden verder verscheept naar de Caribische eilanden om te werken op de plantages. Duizenden vonden de dood in de quarantainekampen langs de heuvels van Sint-Helena in Rupert’s Valley, onbeschermd tegen zon en wind en met nauwelijks voorzieningen.
Het werpt een flinke smet op de reputatie die het Verenigd Koninkrijk zich graag aanmeet als initiator en ‘waakhond’ van de afschaffing van de trans-Atlantische slavenhandel.
Gemarginaliseerd
Zo’n achtduizend mannen, vrouwen en kinderen liggen nu nog anoniem begraven op het eiland. Sint-Helena herbergt hiermee de grootste fysieke herinnering aan de trans-Atlantische slavenhandel. Het is de grootste begraafplaats van slaafgemaakte Afrikanen ter wereld.
Zoals vaak met gemarginaliseerde gemeenschappen, is dit belangrijke deel van hun geschiedenis grotendeels vergeten en weinig opgetekend. Zelfs de Nederlandse Wikipedia maakt er geen melding van. Het eiland Sint-Helena is vooral bekend als Napoleons ballingsoord.
Nederlands grondgebied
Nederland kent een soortgelijke gemarginaliseerde geschiedenis uit de tijd van de trans-Atlantische slavenhandel. Op Sint Eustatius, ooit de grootste transit-haven van het Westelijk halfrond voor de slavenhandel, strijdt de St. Eustatius Afrikan Burial Ground Alliance voor een respectvolle behandeling van hun opgegraven voorouders van de voormalige plantage Golden Rock.
Ook voor de – zwaar door erosie aangetaste – begraafplaats Godet en de ruïnes van het nabijgelegen slavendepot het Waterfort willen zij bescherming. Kenneth Cuvalay, voorzitter van de Alliance: “Slavernij is door de Verenigde Naties en het Europees parlement aangemerkt als een misdaad tegen de menselijkheid. De begraafplaatsen op Sint-Helena en Sint Eustatius zijn daarmee belangrijk cultureel erfgoed van de Afrikaanse diaspora-gemeenschap. Een plek om te herdenken en met zijn allen te zeggen ‘nooit meer’.”
Erfgoed
De Sint Eustatius Afrikan Burial Ground Alliance werkt sinds een klein jaar nauw samen met Sint-Helena alsook met Peggy King Jorde, specialist op het gebied van gemarginaliseerd erfgoed en betrokken bij het tot stand komen van de African Burial Ground Memorial in New York in 1990.
King Jorde heeft ook op Sint-Helena met Annina van Neel gewerkt en is net als Van Neel co-producer van de documentaire ‘A Story of Bones’. Hun expertise is voor St. Eustatius van onschatbare waarde.
Cuvalay: “De lokale overheid op Sint Eustatius zegt geen expertise en middelen te hebben om recht te doen aan dit belangrijke culturele erfgoed. Wij willen bewustwording creëren bij het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en bij de erfgoedsector voor het feit dat het Afrikaans cultureel erfgoed op St. Eustatius het lokale belang overstijgt.”
“Door slavernij en kolonisatie zijn de inheemse en Afrikaanse diaspora-gemeenschappen wereldwijd de rechten op hun erfgoed verloren. De Alliance wil dat er morele wil, expertise en middelen beschikbaar komen ter bescherming van hun erfgoed en een eigen stem daarin.