Koning: erkennen misdadigheid slavernij basis gezamenlijke toekomst
DEN HAAG – “Voor wat er toen aan onmenselijks is aangericht in de levens van mannen, vrouwen en kinderen, draagt nu niemand de schuld. Maar door ons gezamenlijke verleden eerlijk onder ogen te zien en de misdaad tegen de menselijkheid die de slavernij was te erkennen, leggen we wél een fundament onder een gezamenlijke toekomst.” Dat zei koning Willem-Alexander zondag in zijn kersttoespraak.
De koning haakte aan bij de excuses die premier Mark Rutte afgelopen maandag namens de regering aanbood voor het slavernijverleden. Rutte zei toen ook dat de koning erbij zal zijn als op 1 juli in Amsterdam het einde van de slavernij in 1873 wordt herdacht.
“De koning voelt zich persoonlijk zeer betrokken bij het onderwerp”, aldus Rutte. Willem-Alexander bevestigde dat vandaag in zijn kerstrede.
“Het afgelopen jaar hebben mijn vrouw en ik met mensen van alle leeftijden over dit onderwerp gesproken, onder wie nazaten van mensen die een aantal generaties terug leefden in slavernij. In het komende herdenkingsjaar zal dit onze aandacht houden. Wij blijven betrokken”, aldus de koning.
Schaduw
In zijn kersttoespraak heeft koning Willem-Alexander verder de nadruk gelegd op de ‘schaduw van zorgen over dit Kerstfeest’, als gevolg van geldzorgen, klimaatverandering en de oorlog in Oekraïne. Hij benadrukte ook de noodzaak om in gesprek te blijven met mensen die anders denken. “Laten we zorgen dat we elkaar niet verliezen. Gun elkaar het voordeel van de twijfel.”
De koning benadrukte de noodzaak van ‘drastische keuzes’ die klimaatverandering met zich meebrengt. ‘We voelen op onze klompen aan dat we moeilijke beslissingen niet meer vooruit kunnen schuiven. Lapmiddelen en noodverbanden helpen niet meer, het moet anders.
Huis ten Bosch
Koning Willem-Alexander hield zijn kersttoespraak vanuit zijn woonpaleis Huis ten Bosch. De toespraak is dit jaar opgenomen in de DNA Salon in Paleis Huis ten Bosch.
Vorig jaar keken zo’n 1,6 miljoen mensen naar de koning. Dat waren er wat minder dan een jaar eerder, toen er 2,2 miljoen mensen keken.