Aruba

Arubaanse Kerk worstelt met Nederlanders

ORANJESTAD – In een Arubaanse pinksterkerk wordt op een donderdagochtend een pijnlijk en gevoelig thema op tafel gelegd: het slavernijverleden. ‘Als wij een wit persoon zien, denken we al snel – en vaak ten onrechte – dat hij over ons wil heersen’, tekent een journalist van het Nederlands Dagblad op.

“De Nederlandse invloed op Aruba is nog steeds aanzienlijk”, stelt Stella Renfrum Martes, een prominent kerklid. “Er komen voortdurend Nederlandse professionals – rechters, artsen, specialisten – hierheen om te werken. Ze brengen hun eigen mentaliteit en gedragspatronen mee, maar passen zich niet aan onze cultuur aan. Ze handelen naar de wensen van het moederland.” Haar observaties worden met goedkeurende knikjes ontvangen door de overige kerkgangers.

Het pijnlijke thema van het slavernijverleden wordt onder leiding van Renfrum Martes en haar mede-gemeenteleden besproken. Dit onderwerp is niet gemakkelijk voor de inwoners van het eiland, omdat de geschiedenis van slavernij op Aruba grotendeels onopgemerkt en verzwegen is gebleven. Hierdoor is de misvatting ontstaan dat Aruba weinig tot geen betrokkenheid had bij slavernij, terwijl dit verre van de waarheid is.

Gevoelig

De wekelijkse vergadering van de kerk begint met een groet, “Bon dia en good morning”, gevolgd door warme begroetingen en voorbereidingen voor het bespreken van de kwesties die de gemeenschap bezighouden. Een van de belangrijkste agendapunten van deze week is het slavernijverleden, dat door iedereen als een spannend en gevoelig onderwerp wordt ervaren.

De discussie wordt geopend door voorganger Gilbert Martes, die de aandacht vestigt op de slavenhandel op het naburige eiland Curaçao, dat een belangrijk centrum was voor de West-Indische Compagnie (WIC). “Vanaf dat eiland werden mensen verhandeld en gedwongen om op andere eilanden te werken”, legt hij uit.

Martes benadrukt ook dat hoewel Aruba vanwege het droge klimaat niet hetzelfde aantal plantages had als Curaçao, er wel degelijk slavernij plaatsvond. Ambachtsslaven waren vaak mannen die werkten als timmerlieden of smeden, terwijl vrouwen meestal in de huishouding werkten.

De erfenis van het slavernijverleden laat zijn sporen nog steeds na in de huidige Arubaanse samenleving. “We hebben de neiging ons ondergeschikt te maken aan anderen,” merkt kerkganger Michael Sprock op. Vivian Wever, een ander lid van de kerk, stemt hiermee in en voegt eraan toe dat dit vaak leidt tot een minderwaardigheidscomplex onder de Arubanen.

Nieuw probleem

Het gesprek neemt een nieuwe wending wanneer pastor Martes zijn bezorgdheid uit over wat hij een ‘nieuw probleem’ noemt. Hij wijst op een recente trend waarbij Nederlanders gebouwen en land kopen op Bonaire, waardoor de inheemse bevolking zich vervreemd voelt in hun eigen land.

Robbie Pieters, een andere kerkganger, maakt zich zorgen over de aanhoudende invloed van Nederland op Aruba, ondanks het feit dat het land sinds 1986 autonoom is. Hij trekt een parallel tussen het gevoel van machteloosheid en het gevoel van onderwerping dat inherent is aan slavernij. “Als je niets te zeggen hebt in je eigen huis, ben je eigenlijk weer een slaaf,” zegt hij.

Tijdens de coronacrisis ontving Aruba financiële noodhulp van Nederland, wat volgens de kerkgangers een voorbeeld is van hoe Nederland probeert hen te manipuleren. Michael Sprock ziet een gelijkenis tussen deze benadering en de tactieken die tijdens de slavernij werden gebruikt. Luc Alofs, een Nederlandse historicus die een boek heeft gepubliceerd over het slavernijverleden op Aruba, noemt deze financiële steun “chantage”.

Ondanks de excuses van Nederland voor het slavernijverleden, zijn de leden van de Pinksterkerk sceptisch. Ze vergelijken de Nederlandse premier Mark Rutte met de Romeinse heersers.

“Wanneer Rutte zijn excuses aanbiedt, voelt het als een Romeinse heerser die zegt: ‘Ik doe dit in het belang van de mensen’, terwijl hij eigenlijk zijn eigen agenda nastreeft,” merkt kerkgenoot Rosalie Tromp op. Ze benadrukt dat terwijl excuses zijn aangeboden, er weinig concrete acties zijn ondernomen om de kloof tussen de landen te dichten.

Weerspiegeling

De discussies binnen de muren van de Pinksterkerk zijn een weerspiegeling van de bredere kwesties waarmee de Arubaanse samenleving wordt geconfronteerd. Hoewel de erfenis van slavernij een moeilijk onderwerp is om te bespreken, is er een duidelijke behoefte om dit verleden te erkennen en te begrijpen hoe het hedendaagse Arubaanse leven nog steeds wordt beïnvloed.

“De realiteit is dat onze geschiedenis ons heeft gevormd en ons nog steeds vormt,” zegt kerkgenoot Amilcar Tromp. “Het is belangrijk om dit te erkennen en een manier te vinden om vooruit te gaan.”

De Pinksterkerk Iglesia Emmanuel neemt het voortouw in deze discussies en blijft een veilige ruimte bieden voor gemeenschapsleden om hun gevoelens en gedachten te delen. De hoop is dat door het bevorderen van een open dialoog over het slavernijverleden, de gemeenschap beter uitgerust zal zijn om met de uitdagingen van vandaag en de toekomst om te gaan.

Deel dit artikel