Rekenkamer: Situatie Arubus alarmerend
ORANJESTAD – De Algemene Rekenkamer van Aruba zegt dat Arubus ‘niet in control is’. De situatie bij de vervoersmaatschappij raakt direct het functioneren van de overheid en levert grote financiële risico’s op voor de overheidsfinanciën. Dat staat in het rapport ‘Op afstand, maar toch dichtbij’.
Om diverse redenen lukt het deze instelling niet om (financieel) zelfstandig te functioneren. Dat is iets wat de overheid bij het op afstand zetten wel voor ogen had. Dit ligt zowel aan de instelling zelf als aan die overheid.
De huidige situatie waarin Arubus en andere overheids-NV’s op afstand ernstige gebreken vertoont in haar functioneren, vertaalt zich in onbeheersbare overheidsfinanciën, inefficiënte, ondoelmatige en soms zelfs onrechtmatige besteding van publieke middelen. Dit omdat er in de loop der jaren open-einde regelingen zijn gecreëerd om instellingen zoals Arubus die niet naar behoren functioneren te ondersteunen.
Governance
Arubus opereert volgens een two-tier governance model met een directie onder toezicht van een Raad van Commissarissen (RvC). De directie wordt benoemd door de Algemene Vergadering van Aandeelhouders (AvA), waarin de minister van Transport de overheid vertegenwoordigt. Maar het onderzoek toont aan dat deze structuur niet altijd wordt gevolgd.
Een voorbeeld van afwijking is het protocol uit 2019 tussen Arubus en de vakbond, waarbij zonder goedkeuring van de RvC financiële verplichtingen zijn aangegaan. Daarnaast blijkt dat de aankoop van bussen in 2019 en 2021 direct ten laste van de Landsbegroting is gegaan, zonder voldoende input van Arubus zelf. De huidige minister van Transport, Ursell Arends, die in september 2021 aantrad, onderzoekt deze aankopen.
Lopende financiële kwesties
De financiële relatie tussen Arubus en het Land werd tot december 2022 geregeld via een Dienstverleningsovereenkomst (DVO). Deze DVO, die een jaarlijks bedrag van vier miljoen florin dekte, is verlopen en sindsdien heeft het Land aanvullende middelen verstrekt zonder geldige overeenkomst. Dit brengt financiële onrechtmatigheden met zich mee, aangezien uitbetalingen zonder wettelijke grondslag zijn gedaan.
Arubus bevindt zich in een precaire financiële situatie en is al jarenlang afhankelijk van aanvullende bijdragen van het Land. Dit wordt onderstaand gepresenteerd voor de periode 2018-2020. Cijfers tonen aan dat Arubus zich maar voor een kwart zelf kan bedruipen en dat wordt elk jaar slechter. Driekwart van de inkomsten komt van de overheid.
Arubus heeft, in de periode waarover de Rekenkamer onderzoek deed, een schuld opgebouwd bij de Belastingdienst (DIMP) door het niet afdragen van ingehouden loonbelasting en sociale premies. Per eind 2020 bedroeg de schuld Afl. 12,5 miljoen.
Per eind 2022 was de schuld opgelopen tot Afl. 15,8 miljoen aan achterstallige betalingen en Afl. 1,5 miljoen aan aanmanings- en interestkosten. Tussen Arubus en de DIMP zijn gesprekken gevoerd over de mogelijkheid om tot een betalingsregeling te komen. Dit heeft geleid tot afspraken, waarbij Arubus eerst zal moeten voldoen aan de maandelijkse afdrachten over 2023 alvorens definitieve afspraken kunnen worden gemaakt over de openstaande schuld. Arubus is voor 2023 de afspraak met de DIMP nagekomen.
Bedrijfsvoering
Arubus kampt met diverse interne problemen die de bedrijfsvoering belemmeren. Het ontbreekt aan een actueel bedrijfsbeleid, een vastgelegd risicomanagementbeleid en een helder AO-handboek met functieomschrijvingen. Bovendien is er sprake van politieke invloed bij benoemingen en de aankoop van bussen. Deze tekortkomingen creëren risico’s voor fraude en inefficiënte bedrijfsvoering.
Reactie van de minister
Ursell Arends, de minister van Transport, erkent de problemen en benadrukt dat er jarenlang een gebrek was aan adequate corporate governance. “Onze prioriteit is om de aanbevelingen uit het doorlichtingsonderzoek op te volgen en de continuïteit van de bedrijfsvoering te waarborgen,” aldus Arends. Hij stelt dat een wijziging van de bedrijfsvorm momenteel geen prioriteit heeft.