Opinie

Een eerlijke telecommarkt op Aruba: utopie of haalbare droom?

ORANJESTAD – De telecommarkt op Aruba staat op een cruciaal kruispunt. Met de recente bevindingen van de Aruba Fair Trade Authority (AFTA) wordt een nieuw licht geworpen op de dominantie van SETAR en de impact hiervan op eerlijke concurrentie. Dit opiniestuk verkent de harde realiteit achter de monopoliepositie van SETAR, de belangenverstrengeling met de overheid en de vraag of Aruba eindelijk kiest voor innovatie, lagere prijzen en meer keuze voor de consument. Terwijl we de balans opmaken tussen publieke belangen en financiële voordelen, ligt de toekomst van de telecommarkt in handen van moedige beslissingen. Is dit het moment van verandering, of blijft het business as usual?

Door | Lincoln D. Gomez

De Aruba Fair Trade Authority (AFTA) heeft een voorlopige beoordeling uitgebracht die de telecommarkt op Aruba mogelijk drastisch zou kunnen veranderen. Dit gebeurde naar aanleiding van een verzoek van de Minister van Economische Zaken en Communicatie, die de AFTA vroeg om advies over een rapport van het Nederlandse bureau Stratix.

Het rapport, getiteld Vergoeding gebruik mobiele frequenties – meer maatschappelijke waarde voor Aruba, presenteerde aanbevelingen voor de toewijzing van spectrum (frequentiebreedte) en het vergoedingsmodel voor 5G-frequenties. Maar de bevindingen van AFTA werpen een kritisch licht op de voorstellen van Stratix, die op meerdere punten schadelijk zijn voor eerlijke concurrentie en de publieke belangen van Aruba.

SETAR en de dominante marktpositie

Volgens de AFTA is SETAR een telecomaanbieder met een dominante marktpositie. Dit betekent dat SETAR verplicht is derden toegang te geven tot haar netwerken tegen kostengeoriënteerde (groothandel) tarieven. Ondanks deze verplichting weigert SETAR al bijna 25 jaar toegang te verlenen tot haar mobiele netwerken, landgebonden glasvezelnetwerken en onderzeese kabels.

Deze infrastructuur is essentieel voor kleinere aanbieders om te concurreren. Door de toegang te blokkeren, beperkt SETAR niet alleen concurrentie, maar houdt het ook prijzen hoog en de keuze voor consumenten laag – een klassiek voorbeeld van misbruik van marktmacht.

Hoewel Stratix onafhankelijkheid en kwaliteit claimt, bevatten de aanbevelingen in het rapport meerdere elementen die de dominante positie van SETAR zouden versterken. Dit is opmerkelijk, vooral omdat Stratix de Nederlandse Mededingingsautoriteit (ACM) als een van hun opdrachtgevers vermeldt.

Een van de meest besproken punten is het voorstel om al het beschikbare spectrum toe te wijzen aan bestaande telecomaanbieders, zoals SETAR en Digicel, met de mogelijkheid om dit later te herverdelen als nieuwe spelers toetreden. De AFTA noemt deze aanpak onnodig complex en risicovol voor een gelijk speelveld. Daarbij wijst de autoriteit erop dat er geen sprake is van schaarste aan spectrum, waardoor het onterecht is om een publiek goed op deze manier toe te wijzen aan private partijen.

Een ander heikel punt is het voorstel van Stratix om een uniforme vergoeding in te voeren voor het gebruik van spectrum, ongeacht de grootte of positie van de aanbieder. Voor een dominante speler als SETAR, met een groot klantenbestand, zou dit resulteren in lagere kosten per klant in vergelijking met kleinere aanbieders zoals Digicel of potentiële nieuwkomers. Volgens de AFTA geeft dit SETAR een onterecht voordeel en ontmoedigt het nieuwe toetreders, wat uiteindelijk een open en concurrerende markt in de weg staat.

Daarnaast keurt de AFTA de voorgestelde termijn van vijf jaar voor spectrumvergoedingen af. Dit is volgens de autoriteit veel te kort, aangezien investeringen in netwerkinfrastructuur doorgaans een langere afschrijvingstermijn hebben. Een korte periode zorgt voor onzekerheid, wat investeringen en innovatie belemmert. Bovendien verhoogt het de risico’s voor nieuwkomers, terwijl gevestigde spelers zoals SETAR hierdoor hun monopoliepositie verder kunnen verstevigen.

Het rapport lijkt wel op het lijf van SETAR te zijn geschreven die sinds december 2019 bekend heeft gemaakt dat zij samen met NOKIA haar 5G-netwerk zal uitrollen. Tja, dan heb je wel die frequenties nodig en liefst tegen zo gunstig mogelijke voorwaarden, zoals een all you can eat buffet, maar van frequenties.

Publieke belangen of publieke dividenden?

De situatie rondom de aanbevelingen van Stratix brengt een fundamenteel dilemma aan het licht: wiens belangen worden hier eigenlijk beschermd? Spectrum is een publiek goed, bedoeld om eerlijk en efficiënt te worden verdeeld in het voordeel van de samenleving. Toch lijkt het voorstel om dit grotendeels toe te wijzen aan de bestaande aanbieders – lees: SETAR – vooral gericht op het veiligstellen van hun dominante positie en marktaandeel.

Dit roept een prangende vraag op: wat weegt zwaarder? De publieke belangen van een eerlijke en competitieve spectrumverdeling, of de financiële belangen van de overheid als enige aandeelhouder van SETAR?

De overheid profiteert immers direct van SETAR’s monopoliepositie. Niet alleen ontvangt zij jaarlijks aanzienlijke dividenden van het bedrijf, maar SETAR heeft ook exclusiviteit voor alle overheidsdiensten op het gebied van telecom. Door deze nauwe financiële en operationele verwevenheid, lijkt de overheid meer gebaat te zijn bij het maximaliseren van de winst van SETAR dan bij het stimuleren van een eerlijke en competitieve telecommarkt die consumenten ten goede komt.

Deze dubbele rol van de overheid als aandeelhouder én hoeder van het publieke belang werpt een schaduw over de transparantie en rechtvaardigheid van het proces. Het risico bestaat dat de publieke belangen van consumenten – zoals lagere prijzen, betere dienstverlening en meer keuze – ondergeschikt worden gemaakt aan de winstdoelen van een staatsbedrijf.

Dit dilemma vraagt om kritische reflectie en moedige besluiten: kiest Aruba voor eerlijke concurrentie of voor het voortzetten van een monopolie dat vooral de overheid als aandeelhouder ten goede komt?

Verandering

De bevindingen van AFTA zijn een belangrijke eerste stap, maar het is duidelijk dat verdere actie nodig is. Het rapport wijst op andere potentiële misstanden in de telecommarkt die grondig onderzocht moeten worden. Ondanks dat de overheid de enige aandeelhouder van SETAR is, moet zij haar verantwoordelijkheid nemen om eerlijke concurrentie te waarborgen en ook vooral om AFTA haar werk verder te kunnen blijven doen.

Aruba verdient een telecommarkt waarin concurrentie wordt bevorderd, consumenten profiteren van lagere prijzen en betere diensten, en innovatie de ruimte krijgt om te bloeien. Stel je eens voor: ✅ Lagere prijzen voor iedereen ✅ Meer innovatieve en betrouwbare diensten ✅ Echte concurrentie in de markt

Het is tijd dat de AFTA onderzoekt of de huidige praktijken van SETAR eerlijk zijn. Zal de AFTA de volgende stap zetten en verder onderzoek doen? Of zal SETAR vrijwillig haar praktijken herzien en kiezen voor een open markt? Of blijft SETAR de ruimte krijgen om haar dominante positie in de telecommarkt te misbruiken?

De tijd zal het leren of Aruba kiest voor eerlijke concurrentie of blijft vasthouden aan het beschermen van haar monopolie.

Deel dit artikel