Aruba

‘Werken als verzekeringsarts op Aruba is divers en uitdagend’

ORANJESTAD – Als je aan geneeskunde-­studenten vraagt wat zij na hun studie willen gaan doen, zijn de antwoorden erg verschillend. De één wil plastisch chirurg worden, de ander neigt naar huisartsgeneeskunde en weer een ander heeft nog géén idee. Gek genoeg zijn er praktisch nooit studenten die verzekerings­arts willen worden, schrijft medischcontact.nl.

Marleen de Graaf, verzekeringsarts op Aruba
Marleen de Graaf, verzekeringsarts op Aruba

Er is nog een ander groepje studenten met mooie toekomstplannen: werken als arts in het buitenland. En hoewel niet iedereen droomt van emigreren, is werken op een ‘vakantiebestemming’ voor velen een interessante gedachte. Medisch Contact sprak met Marleen de Graaf, verzekeringsarts op Aruba, over haar ervaringen als arts in het buitenland.

Van Nederland naar Aruba

De Graaf heeft geneeskunde gestudeerd in Groningen. Toen er in Groningen geen plek voor haar was om haar coschappen te lopen en zij moest verhuizen, besloot zij om dan ook maar ‘goed’ te verhuizen. Zij vertrok naar Willemstad, Curaçao, om daar in het voormalige Sint Elisabeth Hospitaal haar coschappen te lopen.

Daarna werkte zij enkele jaren onder andere als arts-assistent in het ziekenhuis, als waarnemend huisarts en als consultatiebureau arts op Curaçao. Vervolgens keerde zij terug naar Nederland, maar toen zich na enkele jaren de kans voordeed om als arts op Aruba te gaan werken voor de Sociale Verzekeringsbank SVB, besloot De Graaf dit te doen.

Inmiddels is zij sinds 2003 werkzaam bij de SVB Aruba. Van 2005-2009 volgde zij hier de opleiding tot verzekeringsarts, eenmalig aangeboden aan de BIG-geregistreerde artsen op Aruba en Curaçao, in samenwerking met de Netherlands School of Public & Occupational Health, NSPOH, het opleidingsinstituut dat ook verzekerings­artsen opleidt in Nederland.

De Sociale Verzekeringsbank

De SVB op Aruba voert vijf sociale-zekerheidswetten uit, waaronder de arbeidsongeschiktheidsverzekering (loonderving) en de ongevallenverzekering voor de private sector. Een groot verschil met het stelsel in Nederland is dat iedereen na drie dagen ziekte door de verzekeringsarts van de SVB beoordeeld wordt op geschiktheid voor het eigen werk, omdat de SVB de betaling van tegemoet­koming bij ziekte al op de vierde dag overneemt van de werkgever.

De tegemoet­koming bedraagt 80 procent van het loon. Daarnaast voert de SVB ook wetten uit voor de publieke sector met betrekking tot loonderving; de ambtenaren hebben hun eigen wetgeving die duidelijk anders is dan die van de private sector.

Een ander groot verschil met het Nederlandse stelsel is dat de ziekteverzekeringswet op Aruba differentieert naar ziekteoorzaak bij ziekmelding. Dit betekent dat, als na twee jaar de medische ongeschiktheid voor het eigen werk nog bestaat door de bij melding genoemde ziekteoorzaak, de loondervingsuitkering stopt. Ook als iemand nog ongeschikt is voor het eigen werk. Er volgt dan geen andere arbeidsongeschiktheidsregeling meer, zoals in Nederland de WIA-uitkering. Cliënten vervallen dan in de zogenaamde onderstand. Dit is een uitkering van ongeveer 425 euro per maand.

Voor wie arbeidsongeschikt is geraakt door een bedrijfsongeval bestaat er wél een arbeidsongeschiktheidsregeling. Daarbij brengt de verzekeringsarts de beperkingen in kaart en stelt een arbeidsdeskundige het restverdienvermogen vast, om zo tot een permanente uitkering te komen. De systematiek van deze beoordeling is vergelijkbaar met de WIA-regelgeving in Nederland, maar geldt dus alleen als iemand arbeids­ongeschikt is door een bedrijfsongeval.

Het stelsel op Aruba

Het stelsel op Aruba voor de private sector kent twee kanten. Enerzijds kan het heel schrijnend zijn als een cliënt ernstig ziek is en er geen inkomen meer is na twee jaar, behalve de genoemde onderstand. Anderzijds werkt het stelsel stimulerend op participeren en re-integratie. Dit blijkt uit het relatief lage verzuimpercentage in de private sector van 2,84 procent, bij een gemiddelde ziekmeldfrequentie van 1,5 keer per persoon per jaar.

Vanaf de ziekmelding is het loon direct 80 procent. Voor de mensen die werken in toerisme valt daarnaast de fooi weg. Arbeid wordt door het uitblijven van een inkomen meer gestimuleerd. Deze hypothese wordt ondersteund door het feit dat het verzuim bij de publieke sector hoger ligt met een verzuimpercentage van 7,9 procent bij een meldfrequentie van 5,4. Deze groep krijgt bij ziekte 100 procent doorbetaald gedurende minimaal twee jaar. Het salaris ligt daar ook hoger dan een privaat salaris (minimum loon private sector is iets minder dan 1900 gulden).

Relatief gezien zijn er veel oude werk­nemers, die al voorbij de pensioenleeftijd zijn, omdat zij om verschillende redenen onvoldoende ouderdomsvoorziening hebben opgebouwd. Zij blijven dus werken en omdat de werkgever de premie betaalt, blijven zij recht hebben op loonderving bij ziekte of ongeval.

Het sociale stelsel op Aruba is gebaseerd op het Nederlandse stelsel, met lokale aanpassingen. Dit geeft een spanningsveld met de mix van culturen op Aruba. Enerzijds is er de regelgeving vanuit Nederland waarin alles geregeld wordt. Anderzijds zijn daar de meer Noord-Amerikaanse invloeden; veel werkgevers (toerismesector/hotels) komen uit de Verenigde Staten en begrijpen het stelsel niet.

Zij zijn gewend dat werk­nemers die ziek worden direct uit dienst gaan, zonder dat er sprake is van een inkomensvoorziening. Zij vinden het begrip ‘re-integreren in passend werk bij de eigen werk­gever’ ingewikkeld. Positief is dat in september 2021 in het Burgerlijk Wetboek is opgenomen dat werk­nemer en werkgever beiden moeten meewerken aan re-integratie. Hiervoor is hard gevochten door onder andere de verzekeringsartsen, en met resultaat.

De inhoud van het werk

Marleen zegt tegen Medischcontact dat haar ochtenden vooral in het teken staan van ziekteverzuim­begeleiding via een inloopspreekuur. Zij beoordeelt hierin gemiddeld zo’n 25 cliënten per ochtend, waarvan een deel telefonisch gedaan kan worden.

In de middagen houdt zij zich bezig met de (bedrijfs)ongevallenwet waarin zij de verzekeringsgeneeskundige beoordelingen doet. Verder bereidt zij rechtszaken voor. Zij wordt namelijk één keer per maand gevraagd om in de rechtszaal aanwezig te zijn om haar visie te geven als medisch specialist bij de zitting. Cliënten die het niet eens zijn met de beoordeling of met het staken van de tegemoetkoming bij ziekte, gaan op Aruba vrijwel direct bij de rechtbank in beroep. Dit is een historisch gegroeide situatie die als zodanig in de wet genoemd wordt en die de cliënten vertrouwen geeft. De klachtenafdeling bij de SVH behandelt klachten die betrekking hebben op andere zaken zoals bejegening of communicatie.

Positief aan het werken als verzekeringsarts op Aruba vindt De Graaf dat zij dichter bij de werkvloer staat. Zij kan op eigen initiatief een werkplekbezoek doen, wat de kwaliteit van de bepaling ten goede komt, en is zo zichtbaar voor de cliënten en het bedrijf.

Het eiland Aruba

Er is geen geneeskundeopleiding op het eiland. Eilandskinderen die arts willen worden gaan naar Nederland of studeren in de regio, zoals in Colombia of Costa Rica. Er wordt gewerkt met de ‘Aru-BIG’ om de kwaliteit te borgen. Alleen artsen die hebben gestudeerd aan bepaalde universiteiten ontvangen deze Aru-BIG. Bij de SVB Aruba werken vier verzekeringsartsen en één bedrijfsarts uit Nederland. Voor de nascholing voor de herregistratie moeten zij naar Nederland afreizen.

Aruba is een eiland waar tijd is voor ontspanning en het buitenleven, maar waar vooral ook heel hard gewerkt wordt door de mensen. Op Aruba woont en werkt een mix aan mensen afkomstig uit diverse culturen. Er wonen en werken veel arbeidsmigranten omdat er door het toerisme veel werk is. Deze mensen hebben allemaal hun eigen beleving en cultuur. Dit maakt het werken als verzekeringsarts divers en uit­­dagend.

Deel dit artikel