ORANJESTAD – In een interview op de Nederlandse radio uit staatssecretaris van Koninkrijksrelaties, Alexandra van Huffelen, haar diepe teleurstelling over het besluit van het Arubaanse parlement om het homohuwelijk niet goed te keuren. Dit besluit, dat volgde op een tweede stemming, markeert ook een enorme teleurstelling voor de LHBTI-gemeenschap op zowel Aruba als Curaçao, die al jaren strijden voor gelijke huwelijksrechten.

Terwijl rechters van het Gemeenschappelijk Hof stellen dat een verbod in strijd is met de grondwet, blijft er sterke tegenstand vanuit de politiek en de kerk op de eilanden. De Hoge Raad doet volgende maand een definitieve uitspraak over deze kwestie, waarin de advocaat-generaal geadviseerd heeft om de vonnissen van het Hof in stand te houden en daarmee het homohuwelijk mogelijk maken.

Jammer

Van Huffelen benadrukt in het interview dat de LHBTI-gemeenschap op de eilanden enorm teleurgesteld is door deze ontwikkeling. “Ik vind het eigenlijk wel meer dan jammer,” zegt ze. “Het is voor hen echt een grote teleurstelling dat het parlement heeft gekozen om dit nog niet mogelijk te maken.”

Ze legt uit dat hoewel Nederland het eerste land ter wereld was dat het homohuwelijk legaliseerde, de landen binnen het Koninkrijk der Nederlanden hun eigen wetgevingen mogen hebben.

Religie en Cultuur

De journalist vraagt naar de redenen achter het falen van de wetgeving, waarop Van Huffelen antwoordt dat de stemming in het Arubaanse parlement vrijwel gelijk verdeeld was. “Het is niet zo dat iedereen tegen is, maar er is geen meerderheid die nu voor heeft gestemd,” legt ze uit.

Ze wijst erop dat religieuze overtuigingen en culturele normen op de eilanden een grote rol spelen in de weerstand tegen het homohuwelijk. Van Huffelen heeft hierover gesprekken gevoerd met zowel regeringen als kerkleiders, waarbij ze pleitte voor de legalisatie van het homohuwelijk.

Koloniaal

Een gevoelig punt in het interview is de vraag of de bemoeienis van Nederland met deze kwestie als koloniaal gedrag wordt gezien. Sommige politici op de eilanden beschouwen het als zodanig. Van Huffelen weerlegt dit door te benadrukken dat Nederland, evenals de BES-eilanden (Bonaire, Sint Eustatius en Saba), al lang geleden in volle overtuiging de keuze heeft gemaakt om het homohuwelijk te legaliseren.

Ze legt uit dat veel inwoners van Curaçao naar andere eilanden reizen om te trouwen, maar dat hun huwelijk dan niet volledig erkend wordt, wat juridische complicaties met zich meebrengt.

De uitspraak van de Hoge Raad op 12 juli wordt met spanning afgewacht. Van Huffelen hoopt dat deze uitspraak een positieve wending zal geven aan de strijd voor huwelijksgelijkheid op Aruba en Curaçao. “Voor ons is het van belang dat mensen kunnen trouwen met wie ze willen en wie ze liefhebben,” concludeert ze. De uitkomst van de cassatiezaak speelt een cruciale rol in het bepalen van de toekomst van huwelijksrechten voor de LHBTI-gemeenschap op de eilanden.