Oud-minister Benny Sevinger krijgt er in hoger beroep 36 maanden bij
ORANJESTAD – Vandaag heeft het Hof de gevangenisstraf van ex-minister Benny Sevinger in de strafzaak Avestruz met maar liefst 36 maanden verhoogd. Waar de rechtbank in eerste aanleg nog genade toonde, was het Hof onverbiddelijk. Sevinger werd schuldig bevonden aan misbruik van vertrouwen en het zich laten omkopen door minstens twee verdachten, namelijk L. Arends en P. Sussebeek.
In de eerdere uitspraak werd Sevinger alleen veroordeeld voor het misbruiken van de fondsen van zijn eigen stichting. Hij kreeg daarvoor een jaar, waarvan 6 maanden voorwaardelijk. Deze keer bekeek het Hof de aanklachten anders en legde een veel zwaardere straf op ‘om een duidelijk signaal af te geven’ dat dergelijk gedrag onacceptabel is.
Erfpacht-terreinen
Sevinger is nu Statnelid voor de AVP, maar was van 2009 tot 2017 minister van Infrastructuur, Integratie en Ruimtelijke Ordening. De oud-minister tekende in deze periode meer dan 400 aanvragen voor erfpacht-terreinen. Hij zou in ruil voor giften en donaties erfpacht-terreinen hebben uitgegeven aan vrienden en AVP gelieerde personen, die de erfpacht-terreinen weer doorverkochten tegen hoge bedragen.
De ex-minister kreeg zijn straf onder andere opgelegd voor het aannemen van een hekwerk, een irrigatiesysteem en een gym van een ondernemer. Daarnaast werd hij veroordeeld voor het verduisteren van meer dan 11.000 florin van de stichting die fondsen inzamelde en beheerde voor zijn verkiezingen. Dit geld werd besteed aan een privévakantie.
Sevinger werd veroordeeld tot 48 maanden gevangenisstraf, waarvan twaalf voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaar. Hij mag vijf jaar lang geen ambt bekleden of zich verkiesbaar stellen. Het Openbaar Ministerie had eerder deze straf geëist vanwege omkoping, oplichting van het Land Aruba, misbruik van zijn functie en verduistering.
De rechter concludeerde dat Sevinger als minister zijn functie misbruikte en het vertrouwen van de gemeenschap ernstig schond. Hij pleegde oplichting van het Land Aruba, wat ernstige imagoschade en ondermijnende invloed op de samenleving veroorzaakte. “In een tijd waarin het politieke vertrouwen al onder druk staat, wordt dit gezien als een bijzonder ernstige overtreding”, aldus de rechter.