Economie

AFTA: hoge voedselprijzen door gebrek aan concurrentie op Aruba

ORANJESTAD – De hoge voedselprijzen op Aruba worden voor een groot deel veroorzaakt door een gebrek aan concurrentie onder importeurs en groothandels, blijkt uit een onderzoek van de Aruba Trade & Industry Association (AFTA). Veel producten doorlopen maar liefst negen schakels voordat het bij de consument terechtkomt, wat zorgt voor hogere prijzen. Daarnaast worden importeurs en groothandels beschermd door exclusieve overeenkomsten met fabrikanten, waardoor parallelle import – waarbij andere bedrijven dezelfde producten importeren – wordt beperkt.

Uit het onderzoek, dat werd uitgevoerd in de eerste helft van 2024, blijkt dat Aruba momenteel 158 actieve importeurs en groothandels heeft die voedingsmiddelen leveren. Deze bedrijven variëren in hun specialisaties, van vlees en zuivel tot een breed assortiment van verse, droge en diepgevroren producten. Enkele van de grotere spelers op de markt zijn J.O. Caribbean Overseas Company N.V., Martijn Trading Company N.V. en Compra Distribution N.V.

Hoewel parallelle import legaal is, wordt de markt vaak gedomineerd door bedrijven met exclusieve overeenkomsten. Dit beperkt de concurrentie, aangezien het voor andere importeurs moeilijk wordt om dezelfde producten te importeren. Mededingingsorganisatie AFTA benadrukt dat dit leidt tot hogere prijzen voor de consument, vooral in een kleine economie als die van Aruba.

Hoge winstmarges

Volgens AFTA variëren de winstmarges van groothandels afhankelijk van het type product en de bijbehorende opslag- en transportvereisten. Voor producten zoals toiletpapier, schoonmaakmiddelen en voedingsmiddelen zoals koffie en ingeblikte groenten, ligt de gemiddelde brutowinstmarge tussen de twintig en 25 procent. Bij gekoelde producten, zoals boter, melk en vlees, lopen de marges op tot tussen de dertig en 35 procent, vanwege de extra kosten voor koeling tijdens transport en opslag. Voor diepvriesproducten, die constant ingevroren moeten blijven, kan de brutowinstmarge oplopen tot veertig procent.

AFTA benadrukt dat de genoemde marges bruto zijn en dus nog verschillende kostenposten bevatten, zoals personeelskosten en energiekosten. “Als we een dieper onderzoek doen naar de nettowinstmarges, krijgen we een beter beeld van de daadwerkelijke winsten,” aldus het rapport.

Importkosten

De kosten voor het importeren van producten zijn een belangrijke factor in de uiteindelijke prijs voor de consument. Producten die rechtstreeks uit landen als de Verenigde Staten worden geïmporteerd, zijn vaak goedkoper omdat er een directe maritieme verbinding is met Aruba. Daarentegen zijn producten uit landen als Zwitserland duurder, omdat er extra kosten bijkomen voor binnenlands transport in het land van herkomst.

Daarnaast spelen stijgende personeelskosten, inflatiecorrecties en veranderingen in de wetgeving een rol bij de toenemende kosten voor importeurs. “Secundaire voordelen voor werknemers, zoals pensioenbijdragen, dragen ook bij aan de stijging van de personeelskosten, wat uiteindelijk de eindprijs beïnvloedt,” aldus AFTA.

Beperkte concurrentie

AFTA waarschuwt in haar rapport dat de exclusieve overeenkomsten tussen groothandels en fabrikanten de concurrentie verstoren. Hoewel parallelle import formeel is toegestaan, maken grote bedrijven pogingen om deze vorm van concurrentie te blokkeren. Dit leidt ertoe dat consumenten minder toegang hebben tot goedkopere alternatieven, wat vooral nadelig is in een kleine economie zoals die van Aruba.

“Deze praktijken verminderen de druk van concurrentie, wat kan leiden tot hogere prijzen voor consumenten,” aldus AFTA. De organisatie pleit voor meer concurrentie op de markt om zo de prijzen voor voedsel en andere producten te verlagen en de toegang tot alternatieven te vergroten.

Deel dit artikel