Vier miljoen florin extra voor de wegen van Aruba
ORANJESTAD – Het ministerie van Infrastructuur op Aruba trekt nog eens vier miljoen florin extra uit om de slechte wegen op het eiland te kunnen repareren. Het geld komt bovenop de 3,6 miljoen die al was toegewezen in de begroting.
Het geld is niet alleen bedoeld voor achterstallig wegonderhoud, maar ook nieuwe wegen en schoolpleinen die dringend aandacht nodig hebben.
Volgens de overheid is de slechte staat van de Arubaanse wegen te wijten aan het feit dat er tijdens corona twee jaar niet in wegen is geïnvesteerd op het eiland: er was geen geld.
Klimaat
De overheid beroept zich ook op het veranderende klimaat, dat een steeds grotere rol speelt in Aruba. De watertemperatuur en het wereldwijde klimaat stijgen, wat leidt tot meer regenval. Door toenemende en zwaardere regenval hebben de wegen te lijden. Hierdoor wordt de levenscyclus van de wegen korter en moeten ze vaker worden onderhouden en gerepareerd.
Ook is opgemerkt dat in de afgelopen jaren vóór de pandemie, gebrek aan financiering voor onderhoud ervoor heeft gezorgd dat bestaande wegen achteruitgingen. Er werd geen preventief onderhoud uitgevoerd omdat het merendeel van het geld naar de aanleg van nieuwe wegen ging.
Premier Wever-Croes zegt dat van 2017 tot 2020 ongeveer vijf miljoen florin per jaar werd besteed aan wegen. Zeventig procent van dat bedrag was voor nieuwe wegen en dertig procent voor het onderhoud van wegen.
Lange termijn
Volgens premier Wever-Croes wordt er gewerkt aan een meerjarenplan waarin de behoeften van de wegen op Aruba worden geïnventariseerd en wordt bepaald hoeveel geld nodig is om ze in goede staat te brengen en te asfalteren waar nodig.
Het plan zal worden verdeeld over een periode van tien jaar, maar er wordt begonnen met de wegen die het meest dringend gerepareerd moeten worden. De urgentie wordt bepaald aan de hand van een lijst met criteria die door de Directie Openbare Werken, DOW wordt toegepast.
Het plan is aan het einde van dit kwartaal, maart 2023, gereed, maar dan moet er nog wel financiering worden geregeld, aldus Wever-Croes.