Ook slavenregisters Aruba en Sint-Eustatius digitaal in te zien
ORANJESTAD – Het is nu eenvoudiger geworden om informatie te zoeken over mensen die in slavernij leefden op Aruba en St.-Eustatius, dankzij de online publicatie van de databases ‘Aruba: slavernij en emancipatie, 1840-1863‘ en ‘Sint-Eustatius: Borderellen en Emancipatieregister, 1862-1863‘. Deze belangrijke digitale bronnen, samen met de bijbehorende scans, zijn vandaag beschikbaar gesteld op het erfgoed webportaal Coleccion Aruba en op de website van het Nationaal Archief in Den Haag.
De publicatie van beide databases is een initiatief van de Historische Database Suriname en de Cariben (HDSC), een project in samenwerking tussen Suriname, Curaçao en Nederland, onder leiding van Coen van Galen van de Radboud Universiteit. Deze databases bevatten uitgebreide informatie uit diverse archiefbronnen, waaronder emancipatieregisters, borderellen, en notariële akten.
In de database ‘Aruba: slavernij en emancipatie, 1840-1863′ kan men de levens van de tot slaaf gemaakte bevolking van Aruba volgen gedurende de laatste 25 jaar van de slavernij tot de Emancipatie in 1863. Deze database bevat gegevens over ongeveer 1000 mensen, waarvan bijna de helft – een vijfde van de Arubaanse bevolking in 1863 – vrijkwam.
Sint-Eustatius
De ‘Sint-Eustatius: Borderellen en Emancipatieregister, 1862-1863’ [https://www.nationaalarchief.nl/onderzoeken/index/nt00476] database geeft een overzicht van de mensen die in 1863 in Sint-Eustatius werden vrijgelaten bij de afschaffing van de slavernij. Deze database biedt een compleet overzicht van de 1150 mensen – twee derde van de bevolking van Sint-Eustatius – die aan de vooravond van de Emancipatie in slavernij leefden.
De HDSC is een samenwerkingsproject tussen de Radboud Universiteit, de Anton de Kom Universiteit van Suriname en de Nationale Archieven van Suriname en Curaçao, met steun van het Nationaal Archief van Nederland. Binnen de HDSC werken honderden vrijwilligers aan het online beschikbaar maken van bevolkingsarchieven van Suriname en de Nederlandse Cariben.
Suriname en Curaçao
De digitalisering van de archieven over het slavernijverleden van Aruba en Sint-Eustatius volgt op die van Suriname en Curaçao. In 2018 werden de slavenregisters van Suriname openbaar gemaakt, twee jaar later gebeurde dat met die van Curaçao.
Volgens het Nationaal Archief worden archieven over het Nederlandse slavernijverleden nog beter doorzoekbaar, nu ook de registers van Aruba en Sint-Eustatius zijn gedigitaliseerd. “Sommige originele stukken verkeerden al langere tijd in matige tot slechte fysieke staat, maar door digitalisering is de informatie nu toch beschikbaar”, aldus het archief.