ORANJESTAD – Regeringspartij RAIZ heeft haar geduld verloren met het uitblijven van de behandeling van het wetsvoorstel voor het homohuwelijk op Aruba. In een scherpe brief aan Edgard Vrolijk, de voorzitter van het Arubaanse parlement, heeft de partij een deadline van dertig dagen gesteld om de langverwachte vergadering te organiseren. Dit ultimatum komt na maanden van vertraging en politieke strijd over een onderwerp dat de gemeenschap en de coalitiepartners verdeelt.

Vanaf het begin heeft RAIZ zich sterk gemaakt voor de invoering van het homohuwelijk, in tegenstelling tot hun coalitiepartner MEP, die het onderwerp heeft vermeden. De spanningen binnen de regeringscoalitie zijn tot een kookpunt gekomen, nu RAIZ een harde deadline heeft gesteld voor eind februari, waarbij zij duidelijk maken geen verdere vertraging te tolereren.

“De tijd van wachten is voorbij. Onze gemeenschap verdient duidelijkheid en gelijkheid, en wij staan klaar om voor die principes te vechten,” aldus een verklaring van RAIZ. De partij heeft eerder geprobeerd om met een gezamenlijk wetsvoorstel, ondersteund door Miguel Mansur van Accion 21, de weg vrij te maken voor het homohuwelijk op het eiland.

De voorzitter van de parlementaire commissie, Darlaine Guedez-Erasmus, speelt een cruciale rol in het uitstellen van de vergadering, met beschuldigingen dat zij systematisch tijd probeert te winnen. Dit heeft geleid tot frustratie bij RAIZ en hun beslissing om een deadline te stellen.

Tijdens een recente persconferentie reageerde Vrolijk op het ultimatum van RAIZ door te stellen dat de vergadering georganiseerd zal worden wanneer er ruimte voor is, en niet op basis van de eisen van individuele parlementsleden. Deze uitspraak heeft alleen maar meer olie op het vuur gegooid en de vastberadenheid van RAIZ versterkt.

Met de deadline die nadert, is de druk op Vrolijk en het parlement toegenomen om actie te ondernemen. De gemeenschap wacht gespannen af of RAIZ zijn dreigement zal waarmaken en wat de mogelijke gevolgen zijn voor de politieke toekomst van de regering Wever-Croes.