CAFt was verdeeld over kwijtschelding coronaschulden
ORANJESTAD – Hellen van der Wal, voormalig lid van het College Aruba financieel toezicht (CAFt), heeft tijdens haar afscheidsspeech een intern conflict binnen het college onthuld over de afwijzing van gedeeltelijke kwijtschelding van coronaschulden voor Aruba, Curaçao en Sint-Maarten.
Tijdens een recente ceremonie ter ere van haar vertrek en de introductie van het nieuwe lid Marion Agumbero, deelde Van der Wal opmerkelijke inzichten over de interne dynamiek binnen het toezichthoudende orgaan. Ze benadrukte dat de Caribische leden van het college hadden geadviseerd om de tijdens de pandemie opgebouwde coronaschulden ten minste gedeeltelijk kwijt te schelden.
“Wij vonden dat we de Rijksministerraad hadden moeten adviseren om de liquiditeitssteun – althans gedeeltelijk – als een gift te verstrekken,” verklaarde Van der Wal. “We voorzagen dat de landen, mede door ons advies, zouden worden belast met onhoudbare schulden, terwijl wij als College financieel toezicht de wettelijke taak hebben om advies te geven met het oog op duurzame overheidsfinanciën.”
Maar dit voorstel voor schuldkwijtschelding werd door de meerderheid binnen het college afgewezen met het argument dat dit een politieke beslissing zou moeten zijn. Dit leidde tot interne spanningen. “Deze interne conflicten binnen de colleges financieel toezicht zijn destijds ook publiek geworden, daarom kan ik het hier noemen,” aldus Van der Wal.
Liquiditeitsproblemen
Tijdens de coronapandemie werden de Caribische landen geconfronteerd met ernstige liquiditeitsproblemen. Op verzoek van de Rijksministerraad — het hoogste bestuursorgaan van het Koninkrijk der Nederlanden waarin vertegenwoordigers van alle landen zitting hebben — moesten de colleges financieel toezicht extra taken uitvoeren. Zij waren verantwoordelijk voor het berekenen van de kwartaalelijkse liquiditeitsbehoeften van de landen, op basis waarvan Nederland financiële garanties verleende.
Van der Wal uitte ook kritiek op de voorwaarden die werden gesteld aan de verschillende tranches van liquiditeitssteun. Ze wees specifiek op de eis om te bezuinigen op uitgaven voor Milieu, Welzijn en Volksgezondheid. “Hoewel het College aanvankelijk aangaf dat dit vijf miljoen gulden per jaar moest zijn, werd dit plotseling vijf miljoen gulden per maand. Dit had nooit mogen gebeuren, vooral omdat er geen onderbouwing was voor deze bedragen,” benadrukte ze. “Hoe dit geen politieke kwestie kan zijn, gaat mijn begrip te boven.”