DEN HAAG – Staatssecretaris van Koninkrijksrelaties Zsolt Szabó heeft meer tijd nodig om vragen van de Tweede Kamer te beantwoorden over de rol van Transparency International in het Caribisch gebied.

Kamerlid Peter van Haasen (PVV) moet daardoor langer wachten op antwoorden over de politieke instabiliteit en corruptie op Aruba, Curaçao en Sint Maarten. Daarnaast heeft Kamerlid Raoul White (GroenLinks-PvdA) vragen gesteld over mogelijke schendingen van het non-refoulement-principe op Aruba, waarbij Nederland volgens Amnesty International medeplichtig zou zijn.

De vertraging in de beantwoording van de vragen van Van Haasen komt doordat de staatssecretaris meer informatie wil verkrijgen van Transparency International over hun werkzaamheden in de regio sinds 10 oktober 2010. Dit heeft ertoe geleid dat de antwoorden niet binnen de gestelde termijn van drie weken kunnen komen.

White’s vragen richten zich vooral op mensenrechtenschendingen van Venezolaanse vluchtelingen, waarbij Amnesty stelt dat Nederland betrokken is bij het schenden van het non-refoulement-principe, dat vluchtelingen beschermt tegen uitzetting naar gevaarlijke situaties. De beantwoording daarvan ondervindt vooralsnog geen vertraging.

White wil onder andere weten of Nederland financiële steun heeft verleend voor deportatievluchten en of de hulp aan Aruba vooral gericht was op het traceren, detineren en deporteren van Venezolanen. Daarnaast vraagt hij om een juridisch onderbouwde reflectie op de bevindingen van Amnesty en op de rol van Nederland in het licht van artikel 43, tweede lid, van het Statuut voor het Koninkrijk.

De kwestie heeft niet alleen betrekking op de bredere integriteitskwesties in de regio, maar roept ook vragen op over de verantwoordelijkheid van Nederland voor mensenrechten in het Caribisch deel van het Koninkrijk.

Faber

De baas van Szabó, minister Marjolein Faber heeft inmiddels aangegeven nog geen reactie te kunnen geven omdat het rapport van amnesty nog bestudeerd moet worden. Zij benadrukt wel dat migratiebeleid en de bescherming van mensenrechten primair een verantwoordelijkheid van de autonome landen binnen het Koninkrijk is, en dat Aruba zelf verantwoordelijk is voor een goed migratiebeleid.