Aruba

Opinie: Smeken om handhaving

Arubaanse rechtsstaat en integriteit: een mythe?

In Aruba treedt de overheid pas handhavend op als zaken escaleren en er geklaagd wordt, vaak via de media. Voor de illegale activiteiten te Parkietenbos is dat anders want zelfs klagen helpt niet. De situatie wordt gewoon genegeerd en als je opkomt voor je rechten krijg je het etiket ‘zeurpiet’. 

Op 31 augustus 2020 verbood de rechter in een door buurtbewoner Balentina aangespannen kort geding het Land per onmiddellijk de incinerator (vuilverbrandingsoven) te Parkietenbos verder op te richten en al dan niet testmatig in werking/bedrijf te stellen, zolang het Land niet over de daartoe vereiste hindervergunning beschikt.  Tevens werd het Land verboden om na verkrijging van voormelde hindervergunning de incinerator in bedrijf te stellen indien en voor zover de wind ter plaatse niet duidelijk aflandig richting zee waait, omdat daarmee de schadelijke emissies niet terecht komen bij de buurtbewoners. De buurtbewoners kunnen dat vanaf de Bucutiweg controleren via een door de rechter opgedragen plaatsing van een windvaan, waardoor de windrichting zichtbaar wordt en een rode vlag als de incinerator in werking is.  

Vervolgens geeft de overheid in december 2021 stiekem aan de Dienst Openbare Werken (DOW), zichzelf dus, een hindervergunning om de verbrandingsinstallatie te mogen opereren en neemt daarin de door de rechter gestelde eisen op. DOW huurt vervolgens Caribbean Trucking Company (CTC) in om voor hen de werkzaamheden uit te voeren. 

De praktijk leert dat CTC zich niet houdt aan de voorwaarden zoals die zijn opgenomen in de vergunning, waaronder toch gebruik maken van de incinerator bij aanlandige wind. Overtredingen die iedere dag weer worden geconstateerd, zeker de laatste tijd waarbij het weer afwisselend is met draaiende winden. De buurtbewoners hoeven niet eens meer te kijken naar de windvaan want ze kunnen het gewoon ruiken en ervaren allerlei gezondheidsklachten. Het is dan ongeloofwaardig om te verkondigen dat de incinerator volledig schoon verbrandt. Deze stelling is mede gebaseerd op het gegeven dat, zoals DOW beweert, de incinerator een ingebouwd volautomatisch emissie controlesysteem heeft dat melding doet bij het overschrijden van ingestelde grenswaarden. Dit klinkt mooi maar roept nog vele vragen op. Een dergelijk systeem is pas van waarde als een objectieve en onafhankelijke instantie regelmatig controles uitoefent op basis van vastgestelde normen. De resultaten moeten vervolgens ook openbaar en makkelijk toegankelijk zijn. En welke grenswaarden worden ingesteld? Wie kalibreert de machine; ook dat moet een geaccrediteerd en gecertificeerd bedrijf doen. Wat wordt er gemeten, want alleen maar stofdeeltjes (ppm-deeltjes) meten is absoluut niet voldoende; alle mogelijke uitlaatgassen moeten worden gemeten. Ook moet niet vergeten worden dat een dergelijk elektronisch systeem makkelijk manipuleerbaar is en zeer gevoelig is voor uitval. Al deze voorwaarden zijn noodzakelijk omdat reeds aangetoond is dat DOW en CTC het niet nauw nemen met regels en voorwaarden. Ondertussen wordt de buurt wel voortdurend beneveld met de meest toxische stoffen bij aanlandige wind. 

In de incinerator wordt tegenwoordig rioolafval (sludge) continu verbrand omdat de rioolwaterzuiveringsinstallatie te Bubali niet meer functioneert. Dus wordt de sludge nu naar het Parkietenbos vervoerd en verbrand omdat je uiteraard de toeristen niet in de stank laat zitten. De buurtbewoners te Parkietenbos zijn daarentegen niet belangrijk. Daar word je niet rijk van en die zijn ook niet draagkrachtig genoeg om voortdurend rechtszaken tegen de overheid aan te spannen. Dat de gassen afkomstig van het verbrandingsproces van de sludge wel degelijk gevaarlijke stoffen bevatten blijkt behalve ook uit goed zichtbare bruine corrosievlekken daar waar de uitlaatgassen via een schoorsteen het gebouw van de verbrandingsinstallatie verlaten, maar ook uit het feit dat airco’s bij buurtbewoners veel vaker moeten worden schoon gemaakt dan normaal. Daarbij blijkt dat de filters geel zijn uitgeslagen met een vieze, plakkerige, slijmachtige aanslag. De onderhoudsmonteurs stellen dat ze dit alleen in deze buurt tegenkomen. 

Bij verbranding van sludge die gepaard gaat met een enorme nagenoeg onhoudbare stank krijgen buurtbewoners klachten als hoofdpijn, misselijkheid, pijn op de borst, prikkende en tranende ogen, voortdurend hoesten en niezen, met name als de wind aanlandig staat. Omdat je toch ook aan andere mogelijke oorzaken denkt, moet je daardoor ook steeds stressvolle Covid-testen doen om dat uit te sluiten. Maar, dat het door de incinerator komt is buiten kijf want als de wind aflandig is of als de oven uit staat, zijn alle symptomen verdwenen. Een literatuuronderzoek wijst uit dat zich in de afvalgassen van sludge ondermeer zwavel (de gele stof te zien in de airco’s!) en het zware metaal kwik, bevinden; chemische stoffen die uitermate slecht zijn voor de gezondheid en zelfs dodelijk kunnen zijn. Desalniettemin weigeren de verantwoordelijke ministers objectieve onderzoeken te (doen) verrichten naar de werkelijke samenstelling van de uitlaatgassen van de incinerator en een gezondheidseffectenonderzoek op buurtbewoners. Een simpele search in de database van de instelling die de Algemene Ziektekosten Verzekering (AZV) beheert, kan al een indicatie geven van de gezondheidsproblemen van buurtbewoners. Alle verzoeken om dit te doen danwel om aanwezige informatie te overleggen aan de buurtbewoners, worden genegeerd. 

In het (internationale) milieurecht kent men het voorzorgbeginsel. Dit beginsel stelt dat bepaalde activiteiten waarvan vermoeden bestaan dat deze schadelijk zijn voor milieu en gezondheid, niet worden uitgevoerd totdat met zekerheid is vastgesteld dat ze geen nadelige gevolgen met zich meebrengen. De Arubaanse overheid draait het om en neemt de struisvogeltactiek in: wat niet weet, wat niet deert, is tot nu toe hun motto. 

Telkens wanneer de wind verkeerd staat, zodanig dat de uitlaatgassen over de buurt worden uitgestrooid en de bewoners wederom verstikkingsverschijnselen vertonen, tracht Balentina de bevoegde autoriteiten, zoals minister Ursell Arends die verantwoordelijk is voor Parkietenbos, DOW, DNM, KPA, Serlimar, etc. te wijzen op de plicht om de incinerator stop te zetten. Dat gebeurt de laatste dagen dagelijks. Het resultaat? De telefoon wordt niet opgenomen, er wordt gezegd dat ernaar gekeken wordt en verder gebeurt er niets, ze wordt verwezen naar andere instanties, want het is niet hun taak. Whatsapp berichten worden niet beantwoord danwel wordt haar account geblokkeerd. E-mails worden wel gelezen. Maar het resultaat? Niets, helemaal niets. Regelgeving, hindervergunningsvoorwaarden, uitspraken van de rechter daar wordt niets van aangetrokken. 

Het is betreurenswaardig dat het feit dat wij in een rechtstaat leven in dit geval voor de overheid niet geldt. Je kunt een zekere logica wel terugvinden. Immers, DOW zal zichzelf niet straffen voor overtreding van zijn eigen regels. Bovendien de incinerator moet overtime draaien want de hoeveel sludge neemt met de dag toe nu het toerisme weer goed aantrekt. Elke minuut dat de oven niet aan staat hoopt de berg poep zich op. Dat zich daarmee een ander hygiënisch probleem opwerpt is voor wat betreft Parkietenbos geen probleem. De ene protesterende buurtbewoner wordt dan maar op de koop toe meegenomen. Ook het OM kijkt de andere kant op, ondanks talrijke aangiftes wordt vervolging uitgesteld. De buurtbewoners zijn hiervan weer de dupe van de onomkeerbare schade aan hun gezondheid. Een quote van William Gladstone: “Justice delayed is Justice denied”, verwoordt dit goed.

Vergeten wordt dat de overheid een plicht heeft om de gezondheid van al zijn burgers te beschermen, ook die van de buurtbewoners van Parkietenbos. Op een dag zal de rekening worden gepresenteerd van het wanbeleid en het niet optreden terwijl dat wel had gemoeten. En niemand kan dan zeggen: Wir haben es nicht gewusst.

Daarbovenop, en dat is meer principieel en juridisch van aard, mag de incinerator niet eens staan waar ze nu staat. Dit op grond van de Landsverordening Ruimtelijke Ontwikkeling (LRO), waarop het Ruimtelijke Ontwikkelingplan met Voorschriften (ROPV) is gebaseerd. DIP, het overheidsdepartement die ondermeer belast is met het controleren op de naleving van de LRO en ROPV, die onder de portefeuille van minister Evelyn Wever Croes valt, doet ook helemaal niets terwijl het keihard in de wet staat (zie: https://www.dip.aw/ropv/). 

Op pagina 48 ROPV onder voorschriften (artikel 25.1 sub d y 25.2) staat dat het verboden is om gebouwen met functie 25.1 sub d: “afvalopslag en- verwerking”, op de locatie met aanduiding Parkietenbos te hebben staan. Op pagina 19 van de ROPV en ROPV-voorschriften in artikel 30.12 (bestaand gebruik) staat dat mocht er bij inwerkingtreding van het ROPV er al een installatie staan die door zijn ligging of omvang schade, hinder of overlast oplevert voor omwonenden of voor natuurlijke en landschappelijke waarden, dan moet de overheid deze installatie onmiddellijk stopzetten en verder gebruik ervan niet meer toestaan. Om het nog duidelijker te maken is op de bijgevoegde plankaart duidelijk te zien dat de incinerator zich bevindt op locatie met aanduiding Parkietenbos, dus daar illegaal staat en illegaal werkzaamheden verricht (zie: ROPV Aruba (arcgis.com).

De trieste realiteit is dat er niets gedaan wordt tegen dit onrechtmatig en illegaal handelen. Het lijkt er dus op dat de overheid de ROPV alleen gebruikt wanneer het hun goed uitkomt. Dat deze handelswijze niet alleen geldt voor Parkietenbos maar ook voor andere projecten is ook duidelijk geworden bij het Secrets hotelproject te Seroe Colorado. Het is toch eigenlijk van de zotte dat burgers de overheid moeten wijzen op haar verplichtingen met betrekking tot het ROPV die zij zelf hebben geïntroduceerd? Wilt de burger tot zijn recht komen dan moet die naar de rechter stappen, hetgeen partijen weer geld kost terwijl ons belastinggeld juist dient opdat de overheid haar taak goed uitvoert. Normaliter moet DIP in gevallen die in strijd zijn met het ROPV de activiteit stopzetten en een boete opleggen. In de gevallen dat het niet in het straatje van de overheid past zijn de toezichthouders dan opeens in geen velden of wegen te bekennen. 

De bottomline is dat de rechtsstaat, die Aruba pretendeert te zijn en waar een ieder zich aan dient te houden, ook inzake Parkietenbos, ver te zoeken is. En het voelt des te wrang aan als je dan om de haverklap de bestuurders hoort roepen hoe integer deze overheid wel is. Zaken als deugdelijkheid van bestuur, integriteit en transparantie zijn hot topics. Er is zelfs een minister belast met integriteit. En deze blijkt notabene degene te zijn die belast is met Parkietenbos. En dan rijzen de volgende vragen:

-Is het integer dat er geen handhaving plaats vindt is als het gaat om Parkietenbos?   

-Is het integer dat niet zelfstandig handhavend wordt opgetreden en hierdoor  regelmatig mensen ziek zijn en worden? 

-Is het integer dat de bewoners van Parkietenbos moeten smeken om handhaving en er nog steeds niets gebeurt? 

-Is het integer dat de overheid er bewust voor kiest onvoldoende handhavingscapaciteit te hebben?  

Burgers moeten erop kunnen vertrouwen dat de overheid goed en rechtsconform haar taken uitvoert. Aantasting van de integriteit van de overheid betekent niet minder dan dat de overheid het vertrouwen van de burgers verliest. Daarmee is al gauw het hek van de dam; zij doen het niet, waarom zou ik het dan wel doen? Als je integer bent dan voldoe je aan bestaande wet- en regelgeving. Dat betekent ook dat je moet handhaven als dat jou taak is. Dat zijn de uitgangspunten van onze rechtsstaat. En ieder van ons kan daar een beroep op doen en de ander daarop wijzen. Dat is niet alleen een recht maar ook een plicht. Bij deze!

Op persoonlijke titel geschreven in de hoedanigheid van bezorgde moeder en kritische burger

mr. Anouk Balentina, Aruba, 17 mei 2022

Deel dit artikel